[Hardenbroek, Hendrik Gijsbert van]
HARDENBROEK (Hendrik Gijsbert van), ongeh. overl. te 's Gravenhage 2 Dec. 1697, zoon van Gijsbert (7) en van Jacoba van Reede van Renswoude.
Hij erfde de ridderhofstad Hardenbroek van zijn oom Peter van H. (kol. 706) en werd ermee beleend 3 Nov. 1662, tevens met de heerlijkheid H. 15 Aug. 1673. Hij was lid der ridderschap van Utrecht en kanunnik van St.-Jan, gecommitteerde ter Generaliteits-Rekenkamer en ter Staten-Generaal, geëligeerde raad der Staten van Utrecht en stadhouder van het Adellijk Jachtgericht.
Den 24en Febr. 1684 verkocht hij de ridderhofstad aan Cornelis Aerssen van Juchen en 4 Juli d.a.v. de ambachtsheerlijkheid aan zijn neef Johan van Hardenbroek.
Zie: Geneal. Herald. Bladen II, 388.
Regt