Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– rechtenstatus


[Hachting, Johannes] HACHTING (Johannes), geb. te Leeuwarden 16 Febr. 1594, overl. te Franeker 22 Sept. 1630; zoon van Regnerus Hachting, predikant te Leeuwarden en Anna Johanna van Gelingen. Hij studeerde te Franeker
[pagina 661]
en te Groningen, bezocht eenige buitenlandsche hoogescholen, werd praeceptor aan de latijnsche school te Leeuwarden en is daarna (21 Maart 1622) benoemd tot hoogleeraar in de logica te Franeker. Hij was drie malen gehuwd: met Geertruid Simons (1621), met Anna Coninck (1624) en met Susanna Selijns, de moeder van den predikant Regnerus Hachting. A. Verhel schreef na zijn dood: Oratio funebris in exequias D. Joannis Hachtingii (Leov. 1630). Zijn zoon Regnerus, geb. omstr. 1631, overl. 20 Oct. 1665, was eveneens predikant te Leeuwarden. Een geschilderd portret van Joh. Hachting door een onbekend kunstenaar is in het stadhuis te Franeker. Zie: W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool II (Leeuw. 1879), 119-121, en over zijn werken blz. 120, aant. 1. Knipscheer