twist geweest; tusschen den magistraat, die hem wilde handhaven, en Sonoy, die hem het betreden der stad verbood. Ten slotte kwam prins Maurits er aan te pas en moest hij op bevel van dezen naar Leiden terug. Het pleit niet voor Hackius, dat toen daar weer moeilijkheden met hem rezen en dat bovendien nu ook de overheid, wier partijgenoot hij toch was, hem aan de tuchtsoefening van den kerkeraad overgaf; 14 Nov. 1586 werd hij geschorst. Pogingen tot verzoening in de dan volgende jaren maakten echter, dat hij Aug. 1589 voorloopig, en 15 Mrt. 1590 voorgoed weer in zijn ambt werd hersteld. Het was slechts uitstel van executie, want zijn onhandelbaarheid bezorgde hem 24 Oct. 1595 zijn afzetting.
In 1587 woonde hij op de Steenschuur. Na zijn dood kreeg zijn weduwe, Barbera Adriaensdr., gratis een huisje op het Bagijnhof ter bewoning, benevens 50 gld. jaarlijks voor de opvoeding van haar zoontje, dat ook predikant moest worden. Tijdens zijn schorsing, 23 Dec. 1586, heeft hij zich nog laten inschrijven als student in de medicijnen. Dat hij een bekwaam man was, blijkt uit zijn schriftelijke nalatenschap, die, behalve uit de reeds genoemde bewerking van Gualtherus' boekje, uit drie werken bestaat, n.l.: Brutum fulmen, dat is: crachteloose blixem; daer mede wordt bewesen, dat de verclaringhe des bans, uytghesproken van .... paus Sixto quinto tegen .... Henrick van Bourbon .... is te achten voor ijdel .... (Leyden 1588); Biblia .... trouwelijk verduijtschet, met seer schoone Annotatien na den Geneeffschen exemplaar (en van Aug. Marloratus) nu eerst uyt de Francoysche Taale in de Nederduytsche spraek overgeset door P.H. (Leyden 1581); en een 2e druk van deze uitgave in 1591, vermeerderd met een Chronyke ofte Tijdtreekening over de geheele Bijbel.
Zie: Wagenaar, Vaderlandsche Historie, VIII, 27, 259; Mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde Jrg. 1897-98, blz. 27-30; G. Brandt, Historie der Reformatie I (Amst. 1671) 622; Werken der Marnixvereeniging, S. III, dl. II, blz. 231; Is. le Long, Boek-zaal der Nederduytsche Bijbels (Amst. 1732) 740-45; G.D.J. Schotel, Een studentenoproer in 1594 (Leiden 1867) 8 vv., 98; F. Reitsma, Geschiedenis van de Hervorming en de Hervormde Kerk (Utr. 1916) register in voce; Het Protestantsche Vaderland in voce; J.H. Hessels, Ecclesiae Londino-Batavae Archivum III (Cantabr. 1897) no. 752; P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der leidsche Universiteit I ('s Grav. 1913) register in voce; P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche Stad III ('s Grav. 1916), register in voce; Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde Ve R. dl. VIII, blz. 268 vv.
van Schelven