[Godberons, Johannes]
GODBERONS (Johannes) ook Goberons, Goderonsse, Gedeonis genoemd, cisterciënsermonnik van de abdij van Duinen, werd abt der abdij van Clairmarais bij St. Omer en overleed aldaar 4 Oct. 1386. Plaats of datum van geboorte of van intrede in het klooster zijn niet bekend. De Laplane noemt hem Godberons in Les abbés de Clairmarais. Een registerboek in het archief van het seminarie te Brugge noemt hem steeds Goderonsse; ook een lijst der abten van Clairmarais heeft Goderon, de Laplane, II, 336. De Visch zegt ten onrechte, dat Jan Godberons in de abdij Duinen was aangenomen ten tijde van den abt Jan Thomaes van Bassevelde, die hem met andere monniken naar Parijs zond om zijne studiën te voltooien. Sanderus, Gallia Christ. V, 290, en de Laplane bevestigen deze dwaling. De abt Jan Thomaes van Bassevelde kwam eerst 1376 aan het bestuur, toen Godberons reeds 11 jaar abt was in Clairmarais. Godberons trad in de abdij Duinen bij Veurne waarschijnlijk onder abt Lambertus Uppenbroek 1318-54. Hij bestuurde een tijd, als rentier van Zandeh ofte Hontenisse, de uitgestrekte landen en polders der abdij in de Vier Ambachten en Zeeland. Volgens het registerboek was hij daar nog werkzaam 1359. De Laplane verzekert, dat hij prior was te Duinen, toen hij 1365 tot abt van Clairmarais werd gekozen. Hij komt niet voor op de lijst der priors van Duinen bij de Visch, ook niet als zoodanig bij de But, Chron. abbatum, waar hij Joh. Gedeonis genoemd wordt. Johannes Godberons werd waarschijnlijk tot abt gekozen in Clairmarais op aanbeveling van den visitator, die het ontslag van den voorgaanden abt had aangenomen en de keuze van zijn
opvolger leidde. 3 Mrt. 1366 werd aan den abt van Clairmarais J. Goderons door den Paus de bij zijne benoeming te betalen bijdrage kwijtgescholden (Berlière, Invent. libri oblig. arch. Vat. 1904, blz. 232). Om zijne deugd, goedheid en voorzichtigheid reeds bekend in Duinen, bestuurde hij Clairmarais, niettegenstaande scheuring in de katholieke kerk de zware oorlogen, met wijsheid en beleid, tot aller tevredenheid, tot bloei der abdij op geestelijk en tijdelijk gebied. Hij overleed hoog bejaard na 21-jarig bestuur. In de 17e eeuw bestond zijne graftombe nog, waarop zijn wapen was afgebeeld, een zittende hond van zilver op een veld van keel met de spreuk ‘Esto Fidelis’.
Zie: H. de Laplane, Les abbés de Clairmarais (St. Omer 1868) 330-337; Ch. de Visch, Compendium chronologicum exordii B.M. de Dunis (Brux. 1660) 79; Cronica et Cart. mon. de Dunis (Brugge 1864) 70.
Fruytier