[Glymes, Arnoldus de]
GLYMES (Arnoldus de) of de Glimes, Benediktijn, baccalaureus in de godgeleerdheid, komt 18 Sept. 1427 voor als proost van Meersen, Limb., een proosdij der Benediktijnen van Sint Remi te Reims. In een oorkonde van dien dag werd ‘Arnoldus de Glymez, prepositus in Meersen’ aangesteld als een der procuratores en gevolmachtigden, die de voorrechten der pas opgerichte universiteit van Leuven, geschonken door den Paus, moesten verdedigen tegen den bisschop en de aartsdiakens van Luik.
Hertog Philips den Goede wilde hem met geweld en kracht van wapenen aanstellen tot abt van Gembloux, met toestemming van den ouden abt. De monniken van Gembloux wilden den nieuwen abt niet erkennen en wilden de hervorming niet aannemen, die hij met behulp van twee monniken van de St. Jacobsabdij te Luik zou invoeren, 2 Febr. 1439. Arnoldus de Glymes werd ook niet erkend na den dood van den ouden abt, Joh. de Walhain, overl. 14 Apr. 1440, die opgevolgd werd door een monnik van St. Remi. 22 April 1446 komt Arnoldus de Glymes nog voor als proost van Meersen. Hij sloot toen een overeenkomst met meester Jean de Fologne om, tegen zekere vergoeding en huisvestiging in het huis van Meersen te Luik, de monniken en andere jongelingen van dit huis te onderwijzen ‘in scolasticis disciplinis’.