[Gendt, Cornelis van]
GENDT (Cornelis van), overleden Febr. 1614, zoon van Barthold (1) en van Machteld van Eyll. Hij was heer van Loenen en Meinerswijk, komt van 1579-91 voor als schepen van Arnhem, verschijnt sedert 1587 in de ridderschap van Nijmegen, wordt 1592 richter en burggraaf van Nijmegen en bekleedde ook de waardigheid van buitengewoon raad in het Hof van Gelderland. Hij hield Oldenbarneveldt op de hoogte van den toestand des vijands in het Geldersche en werd een van de onderhandelaars over den vrede of wapenstilstand in 1608. Ook was hij een der onderteekenaars van het verdrag tusschen Engeland, Frankrijk en de Republiek in hetzelfde jaar gesloten en was ook tegenwoordig bij het sluiten van het verdrag ter verdeeling der nalatenschap van prins Willem I. In 1607 werd hij met Joost van Gijsen en Engelbert Engelen gecommitteerd om van de weduwe van Paulus Merula alle documenten op te vorderen, die aan den overledene voor het schrijven van een ‘Gesch. van Gelderland’ ten gebruike waren verstrekt.
Hij huwde tweemaal: 1e 1578 met Christina Pannekoeck, vrouwe van Meinerswijk, dochter van Goderd, ‘den Paus van Gelderland’, en van Elisabeth van Eyll, 2e in 1596 met Anna van Duvenvoirde, stiftsdame te Nivelles, overl. 1629, dochter van Jacob, heer van Warmond, en van Henrica van Egmond. Bij de eerste vrouw had hij 2 zoons en 3 dochters, waaronder Godefroy, heer van Loenen, gehuwd met Maria van Giessen, doch kinderloos overleden; Barthold (2) gaat hiervóór; Mechteld gehuwd met Jacob van Randwyck; Wilhelmina gehuwd met Aarnd van Randwyck (III, kol. 995); en Christina, die eerst de echtgenoote van Gijsbert v. Welderen en daarna van Alex. Schimm van der Oye is geworden.