zich gemakkelijk liet leiden, creatuur van prins Frederik Hendrik.
Op de fraaie plaat door Suyderhoef, gesneden naar de schilderij van G. ter Borch, voorstellende de beëediging van den Vrede van Munster, staat van Gendt afgebeeld als den eed lezende. Zijn zinspreuk was: ‘Deliberandum est diu quod statuendum est semel’ (er moet lang geraadpleegd over hetgeen ineens besloten moet worden).
Hij huwde in Sept. 1617 (huwel. procl. te Z. Bommel 24 Aug. 1617) met Elisabeth van Giessen, geb. omstr. 1580, overl. 1668, dochter van Joost, ambtman van Bommel etc., en van Anna van Malburgh.
Uit dit huwelijk sproten vijf kinderen t.w. Cornelis, heer van Loenen en Neerijnen, die zijn vader als ambtman van Bommel enz. opvolgde, Joost, heer van Opijnen, Joachim, 9 Sept. 1658 commandeur van Bommel geworden, 8 Febr. 1672 benoemd tot luitenant-kolonel in het regiment Ingen Nalant en in 1682 als kolonel overleden, Anna, de vrouw van Adriaan de Cock van Delwijnen, en Christina.
Geschilderde portretten van hem zijn bekend: twee door onbekende kunstenaars, door J.B. Floris (?) in het slot te Munster, door G. ter Borch in de Nat. Galery te Londen en door denzelfden (?) in het stadhuis te Munster; prenten o.a. door P. de Jode jr., P. Aubry, B. Moncornet, Chr. Espagne en van P. van Holsteyn.
Zie: Scheltema, St. Ned. I, 365, 366, II, 584; Blok, Geschiedenis II, 636; van Meurs
Riddersch. van Nijmegen, 178; Wapenheraut XXIV 185; Muller, Cat. van. Portr.
Regt