van zijn voorganger verslapt en vervallen, werd door hem hersteld. Om deze te handhaven ontbood hij eenige monniken uit de abdij St. Bernard te Aduard. In Antwerpen bouwde hij een steenen refugiehuis en deed eenige inpolderingen maken te Moerzeke. 15 Mei 1500 was hij peter bij den doop van Antonius, jongsten zoon van den markies van Bergen, Jan III de Glimes. Hij overleed reeds na zesjarig bestuur. Abt van Eppegem was een man van buitengewoon schoone gestalte. Zijn geschilderd portret is verloren, doch hij komt voor op een geschilderde groep der abten, thans nog bewaard in de abdij St. Bernard te Bornhem.
Antonius van Eppegem, eveneens abdijheer van St. Bernard, komt voor op de lijsten der pastoors van Hoeven, als opvolger van Rumoldus, tot 1502. Hij overleed in de abdij als portier. Waarschijnlijk was hij een bloedverwant van den abt.
Zie: Jongelinus, Notitia abbatiarum Ord. Cist. (Col. 1640) IX, 69; Gallia Christiana IV, 145; Taxandria XXVII (1920), 222, XXIX (1922), 194.
Fruytier