[Does, Wigbold Jan Theodoor baron van der]
DOES (Wigbold Jan Theodoor baron van der), geb. te 's Gravenhage 20 Juli 1726, ged. te Noordwijk-Binnen 4 Aug., overl. te 's Gravenhage 31 Maart 1787, begr. te Nw.-Binnen 4 April, met 8 kw.; zoon van Steven (3) (kol. 440) en van Theodora Odilia Doys. Heer van Noordwijk, Langeveld en Offem, werd hij beschreven in de ridderschap van Holland en W.-Friesland en wegens dezelve gecommitteerd in den Raad van State, van welk college hij tot president werd benoemd. Hij was herhaaldelijk voorzitter der Staten van Holland. Bovendien werd hij kastelein en drossaard van Heusden, hoogheemraad, baljuw en dijkgraaf van Rijnland, baljuw en schout van 's Gravenhage, commissaris van 's Lands posterijen, raad en rentmeestergeneraal van de abdijen van Leeuwenhorst en Rijnsburg, hoofdingeland van Delfland, luitenant-houtvester en jagermeester van Holland en W.-Friesland en sedert 29 Juni 1781 curator der leidsche hoogeschool.
Wanneer hij in den Haag was, zal hij het z.g. ‘Hotel van Brunswijk’ aan de noordzijde van de Lange Poten bewoond hebben: dit was sedert 1694 eigendom van zijn familie en werd door zijn schoonzoon van Heerdt in 1801 van de hand gedaan. Van der Does was zeer oranjegezind en als gevolg daarvan bij de tegenpartij gehaat, die bij zijn dood een schotschrift de wereld inzond, waarvan een ex. in de Gem. Bibl. te Leiden wordt bewaard. Bij den dood van zijn oom Frederik van der Does van Alblas, 4 Dec. 1780 verlijd met de ridderhofstad Heemstede onder Jutphaas, verkocht hij deze in het volgend jaar aan Willem Hendrik baron van Utenhove.
Van der Does huwde in de Gr.K. te 's Gravenhage 31 Oct. 1751 met Wilhelmina Margaretha barones van Wassenaar, geb. te 's Hertogenbosch 11 Juni 1723, overl. te 's Gravenhage 6 Maart 1789 (niet 1791), begr. te Noordwijk; dochter van Carel Lodewijk, heer van Doeveren, en van Marie Louise des Villates. Uit dit huwelijk sproten twee dochters, t.w.: Theodora Odilia Carolina Ludovica v.d. Does, vrijvrouwe van Noordwijk, te 's Gravenhage in de fransche kerk 28 April 1782 gehuwd met Leopold graaf van Limburg Stirum (den drieman van 1813), wiens nazaten nog thans de heerlijkheid Noordwijk c.a. bezitten; Johanna Jacoba Herbertina Mauritia, in de Scheveningsche kerk 10 Maart 1782 gehuwd met Timon Cornelis graaf van Heerdt tot Eversberg.
Zie: te Water, Hist. Verb. en Smeekschr. der Edelen, 337; Siegenbeek, Gesch. Leidsche Hoogesch. II, toev. en verb. 25; Leidsch Jaarboekje 1913, 158; Jaarb. Ned. Adel, V, 100; Geneal. Her. Bladen III, 27, 28; Obreen, Gesl. van Wassenaer; Overvoorde, Catal. Gem. Bibl. v. Leiden, no. 1674 en 1675; Haagsch Jaarb. 1908, 324; Ned. Adelsb. 1923, 193; v. Rhede v.d. Kloot en Bär, Geneal. Kwartierstaten (art. v. Heerdt).
Regt