[Does, Wigbold van der (2)]
DOES (Wigbold van der) (2), geb. te 's Gravenhage en aldaar in de Hoogd. kerk gedoopt 30 April 1676, overl. 24 April 1725; zoon van Steven (2) (kol. 439) en van L. Taillefer de Moriac.
Hij was heer van de beide Noordwijken, Offem, Langeveld etc. en door zijn vrouw van St. Anthoniepolder, in 1699 hoogheemraad van Rijnland, later baljuw en dijkgraaf, werd in 1702 beschreven in de ridderschap van Holland en vanwege dezelve gecommiteerd in de St. Gen. en daarna in het college van Gecomm. Raden van Holland. Van 1720 tot 1724 was hij luitenant-houtvester van Holland en W.-Friesland. Hij was het, van wien Mr. J.v. Lennep handelt in zijn werk, getiteld: De Moeder en de Magistraat, bl. 13. (Amst. 1856, 8o).
Hij huwde (ondertr. te 's Gravenhage 18 Jan. 1699) met Wilhelmina Henriëtte van Reede, overl. 26 April 1716, erfdochter van de Lier, Alblas en St. Anthoniepolder; dochter van Frederik v. Reede tot Renswoude, heer van de Lier (III kol. 1033) en van Clara Elisabeth