[Does, Johan van der (5)]
DOES (Johan van der) (5), geb. te Rijnsburg, gedoopt te Noordwijk 30 Oct. 1621, overl. te 's Gravenhage 13 (?) Oct. 1704; zoon van jhr. Dirk (5) en van Geertruyd van Reede.
Hij was raad in de Raadsrekenkamer te 's Gravenhage en vertrok in 1660 naar Engeland, waar hij door koning Karel II met een jaarlijksche toelage
van 400 pond sterling werd ‘gegratificeert’. Hij behoorde destijds tot de hofhouding der Prinses royale. In het jaar 1665 wegens den oorlog
wederom in het vaderland teruggekeerd (‘uyt sijn liefde tot sijn vaderland en anders nergens om’) werd hij wegens Bergestein in 1667 lid der ridderschap van Utrecht en gecommitteerd in de Kamer van Financiën, daarna extraord. raad in den Hove Provinciaal en later, bij de herstelling der provincie, in de ordin. Gedeputeerden en ter Generaliteit. In 1672 was hij een der leden van de Staten van Utrecht, die zich deden gebruiken om de provincie in handen der Franschen te stellen. Den 4. Dec. 1689 vertrok hij als gedeputeerde naar Engeland.
Hij had van zijn vader de hofstede Bergestein geërfd, die na zijn dood op de van den Eede's is overgegaan (zijn zuster Josina was geh. met Hendrik v.d.E., heer van Woudenberg; hun zoon Joh. Fredericus, predikant aan het hof van de vorstin-gouvernante van Friesland, en daarna van 1675 tot zijn dood 25 Mei 1707 predt. te Maarssen, schreef zich ‘heer van Bergestein’).
Johan v.d.D. is vermoedelijk ongehuwd gebleven. 13 Oct. 1702 is hij overleden, òf werd zijn wapen in de Gr. K. te 's Gravenhage opgehangen.
Zie: Aanteekening van hemzelf, of van een tijdgenoot in het stamboek der van der Doesen (door Atteveld) in het hlh. archief v. Noordwijk; Haagsch Jaarb. 1891, 88; Hora Siccama, Aant. en Verb. op Reg. Journ. C. Huygens, p. 65.
Regt