[Does, Johan van der (1)]
DOES (Johan van der) (1), zoon van Heynrik (1) (kol. 419) en van Machteld Vrancken van Vlaardingen. Hij koos den geestelijken staat en was keller in de abdij van Egmond, toen hij, na den dood van heer Nicolaas van Adrichem in 1481, bij gelijkheid van stemmen met heer Jordaan van Driel, tot abt werd verkozen. De overkomst van Gijsbrecht van den Boetzelaer, ‘aen wiens noch resterende nominatie alleen de gehele questie was hangende, als ten tijde van de vorige electie absent geweest sijnde’, bracht hierin verandering en was oorzaak van hoogloopende geschillen, waarin tot zelfs het Hof van Holland werd gemoeid. Nog tijdens de besprekingen heeft Johan van der Does zich teruggetrokken en Jordaan van Driel in het rustig bezit van het prelaatschap gelaten, zichzelf tevreden stellende met het pastoorschap der kerk van Egmond en met den titel van capellaan van den abt. Als zoodanig had hij toegang tot de tafel van den abt en bezat hij een eigen kamer in de abdij.
Bewerkt naar het hs. van Janus Dousa.
Regt