[Does, Jacob van der (6)]
DOES (Jacob van der) (6), geb. te 's Gravenhage en daar ged. Gr. K. 26 Jan. 1661, overl. te Parijs in 1699; zoon van Jacob (4) (kol. 423) en van Margaretha Boortens.
Hij ontving het eerste onderricht in de schilderkunst van zijn vader, was daarna resp. werkzaam in de ateliers van Karel du Jardin, Caspar Netscher en Gerard de Lairesse. Zijn kunst wordt geroemd, doch veel werk is niet van hem bekend. Van hem gaat de legende, dat hij zoo streng en ontoegeeflijk omtrent zijn eigen werk was, dat hij het terstond vernietigde als hij er niet in allen deele tevreden over was. In 1698 onder het gevolg van den ambassadeur Coenraad van Heemskerk naar Frankrijk gereisd, overleed hij een paar jaar later te Parijs.
Zie: Houbraken, Schouwb. der Kunstsch. III, 327; Immerzeel, Leven en Werken der Kunstsch.; Kramm, Leven en Werken der Kunstsch.; Jaarb. Ned. Adel V, 83 (dat zijn overl. jaar aangeeft als 1699 of 1701).
Regt