[Does, Jacob van der (5)]
DOES (Jacob van der) (5), geb. te 's Gravenhage 4 Mei 1641, gedoopt 5 Mei in de Gr. K., overl. te 's Gravenhage 18 Nov. 1680, begr. Gr. K. 23 Nov.; zoon van Mr. Willem (3) (kol. 444) en van Wilh. van den Honert.
Volgens de stellige verzekering van Frederiks heeft hij nimmer aan een universiteit gestudeerd, toch noemt hij zich rechtsgeleerde en bij zijn eerste huwelijk wordt hij vermeld als ‘advocaat voor den Hove van Hollandt’. Hij werd volgens genoemden biograaf afzonderlijk opgeleid in de klassieke studiën, maar onder toezicht van zijn beide geleerde ooms, Mr. Thomas en Johan van den Honert, den eerste vooral, aan wien hij zijn liefde voor de dichtkunst te danken had. De gebeurtenissen van 1672 waren voor Jacob van der Does gunstig: Willem III benoemde hem 3 Sept. 1672 tot thesaurier van den Haag, welk ambt hij tot zijn dood heeft vervuld; in zijn aanstelling wordt hij met Mr. betiteld.
Van der Does woonde in het Voorhout, op de hoogte der Bibliotheek, niet ver van het thans verdwenen Kalkstraatje. Hij had een buitenverblijf te 's Gravezande ‘het Wilthof’ genaamd, waarvan hem den grond 26 Dec. 1669 is opgedragen, zoodat hij zelf de plaats schijnt gesticht te hebben.
Hij is tweemaal gehuwd geweest. Eerst huwde hij te 's Gravenhage in de Gr. K. 16 Nov. 1667 met Hester Pieterson, geb. te 's Gravenhage 13 Jan. 1649, overl. aldaar 15 April 1678, dochter van Anthonie, thesaurier en burgemeester van 's Gravenhage, en van Catharina Coenen. Dit huwelijk was kinderloos. Daarna hertrouwde hij te Amstelveen 23 Nov. 1678 met Sara Popta, ged. N.K. Amsterdam 15 Maart 1643, dochter van Michiel, en van Catharina Hinlopen Bij deze tweede vrouw, met wie v.d.D. minstens drie ton betrouwde (zie Chr. Huygens, Correspondance, VIII, no. 2147), won hij twee kinderen, waarvan er één jong overleed en het andere, Jacoba Catharina (1681-1703) met Mr. Willem Hendrik van Marselis trouwde.
Van Jacob van der Does zijn ons de volgende werken bekend: Mengeldichten (1661, 4o); Geestelyck en wereldlyck Tijt-verdrijf ('s Grav. 1663, 4o); Het Houwelyck tusschen Aeneas ende Lavinia ('s Grav. 1663, 4o); Tragedie ofte ongeluckige liefde van de Koninginne Dido, gelyck die voor de eerste mael vertoond is in Gravenhage (Amst. 1662, kl. 8o; 2e dr. 's Grav. 1663, 4o, 3e dr. Leiden, 1697, 8o); Geluckwenschinge van de Haegsche schutterye aan Z.K.H. den Heere Prince van Orange, wederkeerende in 's Gravenhage na het veroveren van verscheyde Steden en sterckten ('s Grav. 1673, 4o, 8 pag.); Zegewensch van de Haegsche Schutterije aen sijn Hoogheydt den Pr. v.O. wederk. in 's Grav. na de geluckige en wonderlycke verovering van de sterke stadt Grave en verscheyde andere Victorien ('s Grav. 1674, 4o, 5 pag.).
Het meest is van der Does bekend door zijn werk: 's Graven- Haghe, Met de voornaemste plaetsen En Vermaecklyckheden, door Jacob van der Does, Rechts-geleerde. In 's Graven- Haghe Bij Hermannus Gael, Boeckverkooper woonende in de Hofstraat, in den Konincklycken Bijbel 1668. Met Privilegie. Vreemd genoeg verscheen het boek nog eens in het volgend jaar; de titel heeft deze bijvoeging: en met verscheyde Coopere Plaaten, verciert. In 's Gravenhage bij Joh. Tongerloo, Boeckverkooper woonende in de Venestraat in de