[Does, Jacob van der (4)]
DOES (Jacob van der) (4), geb. te Amsterdam 4 Maart 1623, overl. 17 Nov. 1673 (verm. te Amsterdam), zoon van Simon en van Beatrix Anselmo Anthdr. Zijn grootvader, Mr. Jacob, was stadssecretaris te Amsterdam, zijn vader (overl. 1648) was secretaris der Assurantiekamer aldaar.
Reeds vroeg openbaarde zich bij hem de liefde voor de schilderkunst en ging hij in de leer bij Nicolaes Moeyaert. Op zijn 21e jaar reisde hij naar Frankrijk en Italië. In het vaderland teruggekeerd, zette hij zich te 's Gravenhage neder, waar hij in 1656 een der medeoprichters van het schildersgilde ‘Pictura’ was en als een der drie hoofdmannen verkozen werd. Hij was een bevallig en verdienstelijk schilder van landschappen en vee, voornamelijk van schapen en geiten. Een stuk met een geitje van zijn hand werd door een liefhebber met ƒ 1000 betaald, zoodat men hem wel aanduidde als: ‘de schilder der duizendguldensgeit’. Hij hanteerde ook de etsnaald, doch in die kunst zijn zijn voortbrengselen zeldzamer dan met het penseel. Na den dood van zijn eerste vrouw scheen het met het schilderen gedaan; door invloed van familieleden verkreeg hij toen het secretarisambt van Sloten, Sloterdijk, Houtrijk en Polanen. In 1665 woonde hij te Sloterdijk en liet daar 18 Oct. zijn dochter Johanna doopen. Later wakkerde de liefde tot de schilderkunst weer bij hem aan.
Hij huwde 1e te Haarlem in Maart 1650 met Margaretha Boortens Dirksdr., overl. te 's Gravenhage in 1661; daarna hertrouwde hij in Nov. 1662 te 's Gravenhage met Johanna van Geesdorp Gideonsdr., die eveneens weinige jaren later stierf. Uit het eerste huwelijk 7 kinderen, uit het tweede 4. Over bleven Simon (3) (kol. 438), Jacob (6) kol. 425) en Gideon (uit het 2e huw.).
Van zijn portret bestaat een teekening door een onbekend kunstenaar in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam. Voorts een prent door Wallerand Vaillant in mezzotint bewerkt. Het portret bij Houbraken is naar deze zeldzame prent geteekend.
Zie: Houbraken, II, 105-108; Immerzeel en Kramm; Wagenaar, Beschr. van