hij, bevreesd voor een opstand na het vertrek van Alva, uit Brussel waar hij reeds jaren woonde, naar Keulen. Hij nam al het door hem vervaardigde werk mede. Na zijn dood werden zijne kaarten en boeken door den senaat van Keulen in bewaring genomen. Nog in het jaar van zijn overlijden zijn zij aan Viglius te Brussel bezorgd en deze heeft ze naar Spanje gezonden. Van enkele zijn kopieën in ons land gebleven, van een groot aantal andere, die in de Koninklijke bibliotheek te Simancas bij Valladolid bewaard worden, zijn kopieën genomen, zoowel in België als in Nederland.
Van wege de belgische regeering is reeds in 1884 onder redactie van C. Ruelens eene uitgaaf van de plattegronden van van Deventer aangevangen. Na zijn overlijden 8 Dec. 1890 is dit werk voortgezet door E. Ouverleaux en J. van den Gheijn. Van de 104 steden waren er in 1914, bij het begin van den oorlog, 90 gereproduceerd, waarvan er 27 in Frankrijk, 2 in Duitschland en 2 in het groothertogdom Luxemburg liggen. Van de 14 nog niet vermenigvuldigde liggen er 4 in Frankrijk. De belgische uitgaaf is steeds in tweevoud, eene zuivere reproductie en een blauwdruk, waarop alle merkwaardige gebouwen enz. zijn aangegeven, terwijl een tekst bij elke kaart de topografische geschiedenis der stad behandelt.
Van 1916 tot 1918 zijn door de firma Martinus Nijhoff te 's Gravenhage 73 plattegronden gereproduceerd. Deze firma heeft een teekenaar naar Simancas gezonden, welke aldaar die, waarvan in Nederland geen kopieën aanwezig zijn, nateekende. De geheele uitgave kwam in 1923 gereed en verscheen onder den titel Nederlandsche steden in de 16e eeuw, Plattegronden door Jacob van Deventer, 111 teekeningen en 97 cartons in facsimile, met een inleiding van R. Fruin ('s Grav. 1916-23).
Ramaer