Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 379]
| |
dat in de 16de eeuw was uitgeweken. Zijn broeder was de geneeskundige Johan Rudolph Deiman, die volgt. Johan Diederich studeerde evenals zijn broeder te Halle, maar werd predikant. In Nederland gekomen werd hij 22 Mei 1758 beroepbaar gesteld voor de Luthersche gemeenten. Van 29 Oct. 1758 tot 30 Sept. 1759 stond hij te Zierikzee, van 21 Oct. 1759 tot April 1760 te Zwolle, van 18 Mei d.a.v. tot 25 April 1779 te Utrecht; nog vier jaar was hij te Amsterdam. Een beroep naar 's Gravenhage heeft hij in 1766 afgewezen. Hij is begraven onder den preekstoel te Utrecht; bij zijn dood is een penning geslagen. Zooals uit zijne geschriften en uit hetgeen J. Hartog e.a. van hem schreven, blijkt, was hij een prediker en catecheet met bijzondere gaven, ‘vrij van dogmatiek’, vaak van onrechtzinnigheid beschuldigd. Portretten van Deiman worden beschreven door Fr. Muller in zijn ‘catalogus’ No. 1260-63. Hij huwde in 1671 met de amsterdamsche Elisabeth Scheltes; zijn tweede vrouw was Anna Paulina van Uchelen, uit Woerden, met wie hij in 1765 trouwde. Zijne geschriften zijn: Specimen Theologiae de ανυποσταοια et ὲνυποστασια humanae Christi naturae (Halae 1753); Ueber das Erdbeben; eine Ode (Aurich 1756); Einfälle (Liepzig u. Aurich 1756); Kort samenstel der Christlijke Leere (Amst. 1764); Verhandeling over den tegenwoordigen toestand van het Christendom en het ongeloof; Gelukwenschingsrede over Spr. XIV, 31 ter gedachtenis van den vijftigjarigen predikdienst van Johan Albert Veltgen (Utr. 1770); Katechetische Aanleiding tot de Kennis der Christelijke Leere, in de Onderwijzinge der Menschen tot Gelukzaligheid (Amst. 1777); Lijkrede over .... Lucas Reeder, leeraer .... te Culenborg (14 Febr. 1779). De ‘Katechetische Aanleiding’ was nog lang na zijn dood in gebruik. In 1791 verscheen daarvan een Korte Schets of Uittreksel, welk boekje nog in 1848 niet vergeten was, en naast hetwelk in den loop der jaren verscheen Schriftuur texten, ten gebruike bij de ‘Aanleiding’ (2e dr. 1824); in het laatstgen. jaar verscheen ook nog de laatste druk van Korte en Eenvoudige Onderwijzing in de Kristelijke Leere der Gelukzaligheid, volgens den Leidraad van J.D. Deiman. Deiman vertaalde voorts werken van J.C. Kraft over Rom. 9-11 (1768), van J.A. Noesselt (1770 en 1774), van J.J. Spalding (1771 en 1776), vermoedelijk ook van J.A. Ernesti (1774). Zie de literatuur bij de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. II, 359; en voorts: Kobus en Rivecourt, Biogr. Handwoordenb. van Nederl. (Zutphen 1870) I, 424. Knipscheer |
|