[Costa, Joseph of Joâo da]
COSTA (Joseph of Joâo da), jongere broeder van Uriel da Costa (die volgt), aan wien Menasseh ben Israël de spaansche editie van zijn Israëls Hope opdroeg (1650), leefde te Amsterdam. Hij was een der drie zonen van den laatsten marraanschen edelman en was gehuwd met Debora da Costa, met wie hij in 1655 verscheen voor schepenen van Maarssen, waar hij ook in 1659 voorkomt. Hij had 3 zonen: Jacob, Baruch en nog een 25-jarigen zoon, die in 1661 Rachel de Lemos te Amsterdam huwde. Jacob da Costa was in 1650 student aan de portug. Academie Jesiba de los Pintos te Rotterdam, waar hij in 1652 verdronk.
Een andere Joseph da Costa schreef Tratado de Cortesia y Politica (Amsterdam 1726) dat hij aan Immanuel Curiel opdroeg eveneens een lid der Portug.-Joodsche Gemeente aldaar.
Zie: Jac. Zwarts, Portug. Joden te Maarssen en Maarsseveen in de 17de eeuw (Utrecht 1922) 2 en 3; Jewish Encyclopaedia, IV, 292; Jac. Zwarts, De 17de eeuwsche Rotterdamsche teerschool, Jesiba de los Pintos in Rotterdamsch Jaarboekje 1922.
Zwarts