[Coolsmet, Hermanus]
COOLSMET (Hermanus) of Koolsmet wordt naar zijne geboorteplaats ook van Lochem genaamd (bij den Italiaan Morotius heet hij: Coolsinet de Bochem). Hij kwam ter wereld 1419 en overleed in het Karthuiserklooster te Scheutveld bij Brussel 7 Mei 1503. Gedurende 60 jaar bracht hij in het klooster door, steeds allerstipst zijnen strengen regel onderhoudend. Hij verbleef eerst in het klooster zijner orde te Geraardsbergen, vervolgens te Scheut en was met hart en ziel werkzaam aan het schrijven en illumineeren van de liturgische boeken voor den koordienst, zooals Raissius vermeldt in Auctarium ad natales sanctorum Belgii (Duaci 1626) bl. 35. Een perkamenten antiphonale, geschreven door hem, met keurige versierde beginletters en met bloemen omlijste bladen, bevindt zich nog te Brussel in de Koninklijke bibliotheek. De legende verhaalt, dat hij de kikkers, die de rust na de metten in Scheut stoorden, verbande en dat bij zijn dood, midden in den nacht het gezang van verschillende soorten vogels gehoord werd.
Zie: Morotius, Theatrum chronol. S. Ord. Carth. (Taurini 1681) 192; Wichmans, Brabantia Mariana (Antv. 1632) 943, 944; Wauters, Hist. environs de Brux. (Brux. 1855) I, 43; v.d. Gheyn, Catal. manuscr. bibl. Royale I, 419, no. 1464.
Fruytier