Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 327]
| |
afgelegd in het klooster te Middelburg, waar hij werkzaam was, totdat bij de verovering der stad door de Geuzen, 1574, het klooster verwoest werd en hij met zijn prior Nicolaus Tielis naar Vlaanderen vluchtte. Tijdens het schrikbewind der Geuzen aldaar, week hij uit naar Spanje en verbleef te Valladolid. Toen de veiligheid 1584 in Vlaanderen was weergekeerd, kwam ook Cools terug en werkte te IJperen aan den opbouw van het verwoeste klooster zijner orde, waarvan hij tot prior was benoemd. Tijdens een bezoek te Gent, 1587, predikte hij aldaar, en het stadsbestuur wenschte hem als prior van het klooster aangesteld te zien. De oversten zijner orde voldeden aan dien wensch. Cools vond te Gent in zijn klooster niets dan puinhoopen en geen middelen voor het herstel. Hij werd door de oversten der vier bedelorden afgevaardigd naar koning Philips om den vorst den ongelukkigen toestand bloot te leggen. Tevens belast met verzoekschriften der stad en van de voornaamste familiën begaf hij zich in Mei 1592 op reis naar Spanje. Hij keerde het volgende jaar weder en was door den vorst met welwillendheid ontvangen. Hij begon thans zijn klooster te herstellen, richtte een college op, was als visitator en provinciaal, 1601-1604, werkzaam in geheel de Nederlanden en ijverde vooral voor de hollandsche missie. Gedurende meer dan 30 jaren verdrong de menigte zich rond den kansel van Cools in de hoofdkerk van Gent, in St. Gudulc te Brussel en O.L. Vrouw te Antwerpen. Tot 1796 werden verscheidene bundels zijner preeken bewaard in het klooster te Dendermonde. Vóór dat het klooster te Gent geheel voltooid was, stierf Joannes Cools, die door zijn heilig leven en onvermoeid werken veel voor het behoud zijner orde had gedaan. Hij voerde den titel van licentiaat in de godgeleerdheid, en preekte vloeiend, behalve in zijne moedertaal, in het Fransch, Italiaansch, Spaansch en Latijn. Zijn portret prijkt in het werk van P. Keelhof. Een portret bestaat als prent door C. Galle en als miniatuur door A. van Halen in het Panpoëticon Batavum. Zie: A. Keelhof, Gesch. van het klooster der P. Eremyten Augustijnen te Gent (Gent 1864) 49, 109, 143-146, 235; Sanderus, Chorographia Sacra Brab. II, 200; Biographie nation. Belg. IV, 370. Fruytier |
|