[Cats, Willem van]
CATS (Willem van), ridder, oudste zoon van Jacob (zie art.) en Elisabeth v. Ruyven, heer v. Cats, Catshoek, Catsrak, Capelle, Bieselingen, Simonspolder, was, naar v. Leeuwens
Bat Ill., luit.-admiraal van Zeeland. Een tocht van hem trouwens in den tijd van den oorlog met de Franschen in 1521 wordt beschreven in de Chron. v.d. Graeven v.Z. 407. Ook zoo volgens de kroniek v. Zeeland, die hem tevens noemt onder de aanzienlijke leenmannen uit Zeeland van Philips van Bourgondië (Oostenrijk), toen deze in 1502 in dit gewest verscheen om de vierschaar te spannen in de abdij van Middelburg. (Of moet het zijn 1501? vgl. I.H. Gosses, De rechterl. organisatie van Zeeland in de M.E., Groningen-den Haag 1917, 12). Nog komt hij met andere heeren, ook van Cats (de bovengenoemde Philips, verder Adolf en Lieven), voor bij den tocht, dien een 1500 engelsche krijgsknechten, van Arnemuiden opgetrokken, in 1509 deden tegen Gelre, waar ze gebruikt werden bij 't beleg van Venlo, maar waarvan zij niet veel later zijn teruggekeerd zonder veel uitgericht te hebben. Dezelfde heeren hebben een geschil (over opslag van bier) met die van Zierikzee, door het Hof van Holland beslist bij uitspraak van 12 April 1510 (Ermerins, Zeeuwsche Oudheden X, 178-179).
Deze Willem v. Cats was gehuwd met Maria v. Bruelis, dr. van Anthonis v.B. en van Avezoete v. Vronesteijn. Hun kinderen waren Antonis, Jacob en Machtild die huwde met Lieven v. Cats, Adolfs zoon, haar neef.
Zie: Behalve de alg. werken en kronieken, (vooral de Chronycke v.d. Graeven v. Zeelandt), in den tekst genoemd, behalve Scheltema en van Leeuwen: Boxhorn, Tooneel v. Holland; Lantsheer, Zelandia Illustrata; M. van Balen, Beschr. v. Dordrecht; K.v. Alkemade, Jonker Fransenoorlog (Rotterdam 1724); K. Burman, Utrechtsche Jaarboeken III (Utrecht 1758); (v. Kinschot), Beschr. der stad Oudewater (Delft 1747); te Water, Hoog Adelijk en Adelryk Zeeland (Middelb. 1761); vooral: J. W (alvis), Beschr. v. Gouda (Gouda-Leiden 1714); J.v.d. Baan, Wolfaartsdijk geschetst enz. (Goes 1866). Verder nog: d' Ablaing v. Giesenburg, Ridderschap v. Veluwe 226; Tijdschrift voor Gesch., Oudh enz., red. N. van der Monde, VI (1840), 96; 1844, bl. 54, 51; Gen. en Her. Bl. III, 437; Her. Bibt. N.R. V, 169; Alg. Ned. Familiebl. 1887, 99; 1895, 102; 1901, 118; 1903, 547, 853; Navorscher 1894, 34; 1898, 408; 1914, 285; Jaarb. v.d. Ned. Adel 1893, 90 vlg. En nog: R. Fruin, De Rekeningen en andere stukken in 1607 uit de Holl. Rekenkamer naar de