[Breeckeland, Jacobus]
BREECKELAND (Jacobus) of Breu(c)keland (-lant), geb. te Naarden in 1666, overl. 19 Jan. 1724 te Middelburg. Zijne ouders verhuisden toen hij nog jong was naar Goes. Hij studeerde voorts te Utrecht en te Groningen. Begin 1688 proponent geworden, beriep hem als predikant St. Anna ter Muiden (intrede 4 Sept. 1688), West-Souburg (intr. 25 Dec. 1695) en Middelburg (intr. 21 Sept. 1704). Hij schreef, behalve eenige verzen: Verhandeling van de leere des genadenverbonds en deszelfs huishoudinge na den draad des Heidelb. Catech., met een waarschouwende voorreden, tegen de valsgenaamde mystiken (Middelb. 1711), 4e dr.; Het wedervaren der kerke onder de huishoudinge der belofte en boven ingekomen wet (Middelb. 1719); De zaligmakende genade Gods, tegen de bedenkingen der zogenoemde Hebreen, in welke verhandelinge eene volkomene leere van de oeffeninge der godzaligheid wordt voorgestelt (Middelb. 1704); Kort verhaal van de handelinge met den heer G. van Buitendijk (Middelb. 1712); Nodige en nuttige tydbestedinge over de wezendlyke daad des geloofs tegen 't gevoelen van den Heer Th. van Thuy-