[Brederode, Erasmus van]
BREDERODE (Erasmus van), datum van geboorte onbekend, overl. in den Haag 28 Oct. 1628, zoon van Jan van Brederode, lid van de Staten van Holland, en Johanna van Delft; hij huwde, waarschijnlijk te Middelburg omstr. 1575 met Mayken Joppe (Maria van Mecklenburg), welke overleed in 1633.
Bij de komst van Alva moest Brederode het land verlaten; hij voegde zich bij de Watergeuzen. Het is niet zeker of hij, op 1 April 1572, bij de inneming van den Briel tegenwoordig was. In 1573 diende hij als vaandrig onder hopman Willem Lievensz., en staat bekend om zijn dapper gedrag. Bij den terugtocht van een aanslag op Amsterdam onder Sonoy werd Brederode aan den Diemerdijk gewond, maar ontkwam en genas. Later wordt zijn naam genoemd als klerk ordinaris van de Staten van Holland, op 3 Nov. 1617 vindt men hem nog woonachtig in den Haag, op 1 Oct. 1618 wordt hij door jonker Walraven van Brederode gedagvaard. Hij overleed zonder kinderen, als laatste van dezen bastaardtak
Zie over hem: van Groningen, Geschiedenis der Watergeuzen, 131; Janssen en van Dale, Bijdragen VI, 381; van Leeuwen, Batavia Illustrata II, 888; de Navorscher LI (1901), 243; J.J. van Brederode, het Geslacht van Brederode, No. 27, en de aldaar aangehaalde bronnen.
Vogels