[Beusecom, Christiaan van]
BEUSECOM (Christiaan van), priester, geb. te Amersfoort omstr. 1579, overl. 12 Juni 1644 te Leuven, studeerde aan de universiteit te Leuven en werd na zijne priesterwijding pastoor te Herent, waar hij verbleef tot 1609. Hij woonde daarna te Leuven bij zijn vriend Laur. Zoenen, die belast was met de organisatie van het nieuw opgerichte college, gesticht door Nic. Zoesius van Amersfoort, 1614 bisschop van 's Hertogenbosch. Van Beusecom volgde eenigen tijd daarna Zoenen op in het bestuur tot hij in 1611 benoemd werd tot president van het college des Konings, gesticht door Philips II. Het volgend jaar behaalde hij den doctorsgraad in de theologie, 26 Sept. 1612. Hij verkreeg een leerstoel der theologie aan de universiteit, 30 Oct. 1614 en een daaraan verbonden kanunnikdij in St. Pieter. Van Beusecom was met de doctoren en professoren J. Schinckel en W.v. Engelen een der eersten van de universiteit, die de dwalingen van Jansenius na de uitgaaf van Augustinus, 1640, bestreed, terwijl aan de universiteit de partij, gezind voor Jansenius, het sterkst was, niettegenstaande de afkeurende beslissing van Rome. Van Beusecom zond met de twee andere doctoren een memorie over deze zaak aan den koning van Spanje.