[Belle, jonker Robert de]
BELLE (jonker Robert de) of de Bailleul, ridder, heer van Schoonewalle, in Fransch-Vlaanderen, geboren te Belle, datum van geboorte en overlijden onbekend, zoon van jonker Pierre de Belle, heer van Tecke, en Philippotte de la Bricque, vrouwe van Steenvoorde. Hij behoorde tot den voornaamsten tak dezer familie, die der slotvoogden van Belle. Den 5en Sept. 1566 was Robert de Belle met andere edelen te paard door Yperen gereden en veroorzaakte er veel opschudding; ze woonden in ‘de Zweerdeken’ en telkens als de edelen aan tafel zaten zongen de sectarissen voor de herberg psalmen. De edelen eischten van de regeering volgens het accoord, de kerken van Brielen en St. Nicolaas op, om er te prediken en dienst te doen; dit werd alleen door tusschenkomst van den graaf van Egmond voorkomen. De Geuzen moesten de kerken weer verlaten, die ze al zonder goedkeuring in bezit hadden genomen, en zich tevreden stellen met het Magdalena-kerkhof bij de poort van Thourout. Sedert begin Jan. 1568 is Robert de Belle gevlucht en 2 Juni 1568 door het leenhof van Belle verbannen en zijn goederen verbeurd verklaard, ook komt zijn naam voor op de lijst, door den Bloedraad gezonden aan de regeering van St. Winoxbergen om hem te doen vonnissen.
10 Sept. 1568 wordt hij door den Raad van Beroerten verbannen en was waarschijnlijk naar Engeland gevlucht; in den zomer 1569 ontmoeten wij hem op de vloot der Watergeuzen, waar hij al dadelijk veel invloed kreeg. Admiraal Dolhain liet zich geheel door hem leiden; 16 Sept. 1569 komt hij met de vloot voor het Vlie aan; hij zeilt 28 Sept. 1569 naar de Eems, waar hij in de oostfriesche wateren bleef en tot 2 Mrt. 1570 met zijn schip bij Borkum lag. Een noordwester storm sloeg de vloot uit elkaar en eenige schepen gingen verloren. In Jan. 1572 neemt hij een spaansch schip bij Wight en zendt 20 Jan. 1572 een aantal buit gemaakte brieven aan den bevelhebber van Wight op. Sedert wordt zijn naam niet meer bij de Watergeuzen vermeld.