[Bellemans, Daniël]
BELLEMANS (Daniël), geb. te Antwerpen 1641 overl. te Horssen (Gelderland) 12 Febr. 1674, was op 18-jarigen leeftijd in de Norbertijner abdij te Grimbergen bij Vilvoorden getreden; 1661 sprak hij zijne kloostergeloften uit en vier jaar later ontving bij de priesterwijding. Na eenige jaren van voorbereiding in de abdij, ging hij met een medebroeder der St. Michielsabdij te Antwerpen Ant. Verachteren hulp verleenen aan de verlaten katholieken van Maas en Waal. Verachteren vestigde zich te Maasbommel en later te Lithoyen, Bellemans te Oyen. Toen de overwinningstocht der Franschen in de Nederlanden aan de katholieken meer vrijheid verschafte om den godsdienst uit te oefenen, hield hij zijn verblijfplaats te Horssen, tusschen Maas en Waal. Van daar uit bezorgde hij Burgharen, Batenburg, Altforst en Appeltern. Slechts twee jaar was hij aldaar werkzaam, toen een vroege dood hem opeischte. Bellemans was een nederlandsch dichter, die zeer in den smaak viel van zijn tijdgenooten. Hij gaf in druk uit: Het citherken van Jesus, spelende Sestigh Nieuwe Liedekens op het Groot Jubilé van het H. Sacrament van Mirakel tot Brussel, Brussel, by Jacob vande Velde 1670; na zijn dood volgden herdrukken hiervan in 1675, 1679, 1716. In hetzelfde jaar 1670 verscheen een andere bundel gedichten, die 12 uitgaven beleefde; de titel van den 8sten druk is: Den lieffelycken Paradys-Vogel tot Godt omhoogh vliegende, Behelsende verscheyde Geestelycke Liedekens van de Goddelycke liefde, ende het verlangen van het Hemels Vaderlandt ghecomponeert door den Eerw. Heere Daniel Bellemans. De beroemde dichter pater Poirters plaatste een lofdicht in het begin van het werkje; de laatste druk is van 1718. Bellemans plaatste zelf twee lofdichten, volgens gebruik van dien tijd, in het werk van den Norbertijn Craywinckel, Den Lusthof der Godvr. meditatiën,
1672. Goovaerts vermeldt nog een gelegenheidsgedicht van hem in handschrift, bij de professie van een medebroeder gemaakt. De vlaamsche letterkundige Ph. Blommaert zegt, dat de verzen van Bellemans een bijzonderen stempel dragen en verscheidene verdienen opnieuw uitgegeven te worden (Biogr. Nat. Belg. II, 1868, 133).
Zie: Paquot, Mémoires litt. IX, 63-65; Goovaerts, Ecrivains de l'ordre de Prémontré I, 48, IV, 17; Schutjes, Gesch. Bisdom den Bosch IV, 638.
Fruytier