[Beke, Christianus van]
BEKE (Christianus van) of de Beka, geb. te Dietmarse, bisdom Bremen, zoon van Nicolaas, zanger aan het hof van Keizer Karel V, werd in het jaar 1525 pastoor te Gouda. Zeer weinig is omtrent het leven van Chr. van Beke bekend. Het is zelfs twijfelachtig, of hij te Gouda verbleef, want in Analectes wordt hij niet als priester, maar als subdiaken en kanunnik van St. Pieter te Leuven vermeld. Hij zal te Gouda een vice-curator in zijn plaats gesteld hebben. Bijdragen Haarlem verzekeren, dat hij hoogleeraar was aan de universiteit te Leuven.
Bij testament 16 Juli 1539 en codicille 13 Sept. en 15 Sept. 1540 te Leuven gemaakt, liet hij eenige inkomsten en meubelen na tot het stichten van drie of vier studiebeurzen voor zijne bloedverwanten, inwoners van Dietmarse en, na hen, voor studenten uit Gouda. Door de troebele tijden ging een gedeelte der inkomsten dezer beurzen te niet en thans brengen zij niets meer op. Chr. van der Beke overleed volgens Analectes 21 Sept. 1548, volgens Walvis, Beschr. v. Gouda I, 220, II, 102 den 21en Sept. 1540, volgens Bat. Sacra 1560. Hij werd in de St. Pieterskerk te Leuven begraven.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XVII (1881) 180, 204; Bijdr. bisdom Haarlem XXIV (1899) 141-142; Val. Andreas, Fasti academ. (Lov. 1650) 291, 297; Handboekje voor de zaken van de R.K. eeredienst XXVI (1872), 30.
Fruytier