[Basseliers, Balthasar]
Basseliers (Balthasar), minderbroeder, te Antwerpen geboren omstreeks 1570 en aldaar overleden 31 Oct. 1637. Hij was gardiaan van het klooster te 's Hertogenbosch (1611 en 1612), te Roermond en te Antwerpen (1623 en 1624). Te 's Hertogenbosch ging hij over tot de Paters Capucijnen, maar keerde nog tijdens het proefjaar tot zijn medebroeders terug. In Mei 1631 woonde hij te Maastricht. Hij is ook tweemaal gekozen tot definitor der nederduitsche provincie. Hij was een vermaard prediker en legde op verlangen zijner oversten kort voor zijn dood ter perse: Conciones Morales, omni tempore praedicabiles .... super Euangelium Joannis, de Lazaro quatriduano redivivo, Antv., Guil. Lesteenius, 1636 (605 pp. in gr. 8o).
Zie: Sanderus, Chorographia Sacra Brabantiae, III, 208; De Godsdienstvriend, 1860, Dl. 84, 17-18; Paquot, Mémoires, IX, 267-268; Verzameling der Graf- en Gedenkschriften van de provincie Antwerpen, VI, 174; Schoutens, Gesch. v.h. voormalig Minderbroedersklooster van Antwerpen, 2e druk (1908), 307-308; S. Dirks, Hist. litt. et bibliographique des Frères Mineurs dans les Pays-Bas, Anvers [1885], 188.
Hesse