notabeler doctor van meerdere faam, doch uit vrees, dat de lessen in de war zouden loopen, schonk zij hem 50 gulden en hij beloofde nog een jaar te blijven. 1461 werd hij voor zes jaar aangenomen om les tegeven na den middag. 1467 zegde hij het leeraarsambt vaarwel en vestigde zich te Zierikzee, waar hij deken was van het kapittel der St. Lebuinuskerk, tevens was hij kanunnik van St. Pieter te Anderlecht. Waarschijnlijk bleef hij niet te Zierikzee, want 1475 was hij officiaal van Kamerijk aan het bisschoppelijk hof te Brussel. Tevens was hij vicaris en procurator van zijn landgenoot Nicolaas van Valkenisse, aartsdiaken van Antwerpen.
Als rector magnificus der universiteit werd hij gekozen 1453, 1458, 1461; 1447 was hij examinator, tentator e natione Hollandie. Hij schreef een werk Lectura ad libros V Decretalium.
Zie: Val. Andreas, Fasti academici (2e ed.) 171; Analectes Hist. Eccl.
Belg. I 402, 411; II, 225, 227, 229, 230, 235; XXV, 355 vv.; XXVI, 304; XXX, 121-132, 134, 140, 151, 213, 217, 219-222, 231; Foppens, Bibliotheca Belg. I, 117; Miraeus-Foppens, Opera dippl. Suppl. I, 108.
Fruytier