[Zillesen, Willem Jan]
ZILLESEN (Willem Jan), geb. te Schoonhoven 1774, overl. te Amsterdam 5 Sept. 1834. Zijn vader was Cornelis, geb. 1736, overl. 25 Mrt. 1828, de schrijver van Wijsgeerig onderzoek wegens Neerlands opkomst, bloei en welvaart, het daarop gevolgd verval, 1796; Onderzoek der oorzaken van de opkomst, het verval en herstel der Vereenigde Nederlanden 1781; Geschiedenis der Vereenigde Nederlanden van 1793-1798, 6 dln. 1796/1803 en voorts verscheiden werken op het gebied van den waterstaat. Onder den schuilnaam Philaletus Batavus gaf hij De eer van het patriotismus der zeven vereenigde gewesten verdedigd, 1792. De zoon studeerde te Leiden (ingeschr. 14 Sept. 1789 als ‘Schoonhoviensis 16 T. coll. al.’), maar promoveerde in de letteren en werd rector gymnasii achtereenvolgens te Middelburg (waar hij ook prof. linguae graecae was, sinds 1803) Arnhem, Rotterdam en Amsterdam. Toen te Harderwijk H. Bosscha overleden was, kwam Zillesen, 1810, te Middelburg, op het zestal voor zijn opvolger voor, waaruit toen Jan ten Brink benoemd werd. Na Zillesen's dood wijdde A.G. van Cappelle hem een Prolusio scholastica in memoriam G.J.Z. (Symb. Litt. 1837, I 15).
Hij vertaalde Middleton's Leven van Cicero. Voorts kent men van hem eene oratie De accurata linguae graecae latinaeque disciplina ad formanda puerorum ingenia accommodatissima, Arnh. 1810; eene andere De belli Gallici laudibus ejusque vi et efficacia ad ingruentem barbariem propellendam, L.B. 1814; en nog eene De munere rectoris gymnasii literarii, Amst. 1820.
Zie: Bouman, Gesch. Geld. Hoogesch. II 543; Siegenbeek, Handd. Mij. Letterk. 1835.
L. Knappert