[York of Yorke, Rowland]
YORK of Yorke (Rowland), gest. Febr. 1588. Hij was van aanzienlijke familie en kwam 1572 met Thomas Morgan (kol. 348) als vrijwilliger naar den Briel. Hij diende onder Morgan en Gilbert (kol. 202) in Zeeland maar werd, hoewel bekend als buitengewoon ondernemend en stoutmoedig, als katholiek niet zeer vertrouwd. Hij kwam dan ook herhaaldelijk bij de Staten in verdenking, o.a. in 154 bij Hembyze's poging om Gent aan Parma te brengen. Gevangen gezet te Brussel, werd hij eerst 1586 bij Parma's intocht aldaar bevrijd. Hij diende dezen voor Antwerpen maar keerde weldra naar Engeland terug. Hij nam onder Philip Sidney dienst bij Leicester's troepen en werd door Leicester belast met het bevel over de schans voor Zutphen, die hij evenwel verraderlijk overgaf aan Tassis (Jan. 1587), in overleg met den door hem overgehaalden sir William Stanley (kol. 796). In spaanschen dienst getreden als ruiteroverste, werd hij ook door de Spanjaarden niet vertrouwd en, naar men zegt, vergiftigd.
Zijn lijk werd 1591 te Deventer na vonnis van den krijgsraad opgegraven en opgehangen.
Vgl. over hem: Bor, II, 879, III, 564 en Dict of. Nat. Biogr., i.v.
Blok