[Wingelen, Philips van]
WINGELEN (Philips van), ook van Wingel of van Wingen en de Wingle genoemd, onthoofd te Brussel 1 Juni 1568. Hij sloot zich aan bij de verbonden edelen. In Mei 1567 was hij met anderen in Friesland gevangen genomen en naar Harlingen gevoerd. Daar van verschillende zijden op de vrijlating dezer gevangenen werd aangedrongen, heeft hij waarschijnlijk zijne vrijheid spoedig terug gekregen. Toen de stad Valenciennes weigerde om krijgsvolk onder Noircarmes op te nemen en daarom door dezen belegerd werd (najaar 1567), werd hij met Villers afgezonden door de verbonden edelen, om de houding der stad bij de vertegenwoordigers der regeering te verdedigen. De afgezanten vervoegden zich te Antoing bij Hachicourt en Hoorne (31 Oct.) en werden door den laatste naar Gaasbeke gevoerd, naar de graven van Egmond en Mansfeld. Zij betoogden, dat de bewoners van Valenciennes het krijgsvolk hadden geweigerd, omdat zij vroeger overlast van de troepen van Noircarmes hadden ondervonden, terwijl zij bereid waren om zich aan de bevelen van de landvoogdes te onderwerpen. Het is niet zeker of van Wingelen ook verder nog aan de onderhandelingen tusschen Valenciennes en de regeering heeft deelgenomen. Hij werd te Vilvoorden gevangen genomen en verhoord als getuige in het proces tegen den graaf van Hoorne en enkele dagen vóór dezen onthoofd.
Zie: Quartiers Généalogiques I 173; Procès criminels des comtes d' Egmont et de Hornes I 239; Bor, Ned. Hist. bk. III 99 (141), IV, 147 (207); Hoynck van Papendrecht Analecta Belg. (Hagae 1743) I 2, 428; Te Water, Verbond der Edelen III, 378.
Haak