hij in 1858 verwisselde met Ewijk. In Jan. 1869 volgde zijne benoeming tot pastoor te Reusel. Hier stichtte hij meerdere scholen en pensionaten en deed er een nieuwe kerk bouwen. Bij de oprichting van het dekenaat Bladel werd aan van der Wee de zorg hiervan opgedragen. In 1896 benoemde Z.H. Leo XIII hem tot geheim kamerheer, in welke waardigheid Z.H. Paus Pius X hem Jan. 1904 bevestigde. Om de kosten van zijn talrijke stichtingen eenigszins te dekken, zette pastoor van der Wee zich in 1873 aan een vertaling uit het Duitsch van Businger's Leven van Jesus Christus en Maria, dat gretig aftrek vond.
Zie: Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 's Hertogenbosch, III 635, IV 142, V 474; De Zuidwillemsvaart (Helm. Courant) 1906, No. 54 (3e blad).
Heeren