[Weert, Joannes de]
WEERT (Joannes de), geb. 1605, overl. te Hoboken 3 Aug. 1667, was brigittijn van het klooster te Koudewater, waar hij 1631 de kloostergeloften had afgelegd. 1634 ontving hij de priesterwijding. Te Koudewater bekleedde hij gedurende vele jaren het ambt van Novicenmeester. Toen na den vrede van Münster een langer verblijf te Koudewater onmogelijk was, vertrok pater Joannes de Weert met 8 paters en 2 leekebroeders naar Hoboken om een nieuw klooster te stichten en te bouwen. Toen prior Gillis Winckels na alles geregeld te hebben naar Koudewater weerkeerde, stelde hij Joannes de Weert tot vikaris te Hoboken aan, 1652. Onder zijn toezicht werd 1657 een nieuwe kerk gebouwd. Na den dood van prior Winckels werd Joannes de Weerd tot prior gekozen. Kort slechts stond hij als prior aan het hoofd der beide kloosters Hoboken en Koudewater. Ten gevolge der vermoeienissen van een reis naar Keulen overleed hij reeds het volgend jaar. Hij was een geleerd man, zeer bezorgd voor het vervullen zijner plichten. Hij schreef een werk door geen enkel biograaf vermeld: Den dach des gheestelycken levens, dat is een onderwysinghe in den wegh tot de Christelijcke volmaecktheit gemaeckt door den eerw. P.F. Joannes de Werdt religieus des ordens S. Salvatoris anders S. Birgittae in 't klooster S. Mariae water ende meester der novitien aldaer. Bedeylt in vijf deelen (Antw. bij Jacob Mesens op de Lombaerde veste in den Gulden Bijbel 1648 760 blz.). Het werk duidt aan dat de schrijver, vol liefde voor zijne orde, met vele geleerde werken bekend was.
Zie: P.D. Kuyl, Hoboken en zyn wonderdadig kruisbeeld (Antw. 1866) 217; Schutjes, Gesch. Bisdom 's Bosch V, 603.
Fruytier