[Vlodorp of Vlodrop, Willem 2 van]
VLODORP of VLODROP (Willem (2) van), overl. vóór 1500, zoon van Godard (Godart, Gothard), die in 1475 of 1476 stierf, en Katharina van Wynandsrade (dochter van Johan, heer van Herwynantsrade en Bela Huyn van Amstenraad) was heer te Leuth en Dalenbroek en bezat daarbij nog de heerlijkheid Ryckel(t). Verwarring wekt het, waar sommige genealogen hem hier of daar Godard noemen.
Wij ontmoeten Willem in 1475 als heer v. Dalenbroek nog tijdens het leven van zijn vader, die in een stuk van dat jaar (v. 31 Maart) alleen als heer v. Leuth voorkomt. In dat stuk n.l. schonk Godard, die met zijn broeder Willem wel in twee leenoorkonden van Willem v.V., erfvoogd v. Roermond (zie art.), vermeld wordt, maar daarom nog niet als een broeder van dezen mag beschouwd worden (gelijk Kremer, Acad. Beitr. 80, 125 schijnt te meenen); in dat stuk schonk Godard met toestemming van zijn zoon Willem, heer van Dalenbroek en zijn dochter Elisabeth van het klooster van St. Agnes in het ambt Stockhem (waarvan G. drost was) zijn hof te Inghenloe (bij Ophoven). Bij R. Wiedemann, Gesch. v. Odenkirchen, 245, komt hij, Willem, in 1477 voor als ridder, tot welke waardigheid, tegelijk o.a. met Diederik van Pal(l)an(d)t, drost v. Valkenburg(ch), de heer v. Leuth, naar de Chron. der Landen v. Overmaas (in Publ..... de Limb. VII (1870), 30 in 1468 verheven was.
Nog in het vorige jaar, 10 April 1476, had hij het leen v. Dalenbroek te Heinsberg verheven. Dezen heer Willem, die in de orde van Hubertus werd opgenomen, komen wij vervolgens in 1479 als getuige tegen (bij Strange V, 122) in een oorkonde van Diederik v. Meurs (ter hernieuwing van oude brieven van schadeloosstelling ten bate van Hendrik v. Mirbach als borg voor de schulden van den vader v. Diederik, die deze op zich had genomen. 3 Oct. 1488 deed hij een schenking aan Jan v. A(a)bro(i)ck, prior te St. Odiliënbergh. Zeer waarschijnlijk is het ook deze Willem, die als heer v. Leuth en Dalenbroeck prijkt onder de leden van de ridderschap v. Luik, die 5 Mei 1492 te Donchery het vredesverdrag onderteekenden, dat tusschen den bisschop v. Luik en de partij van de la Marck gesloten werd. Het derde, daarop volgende jaar kent een stuk (zie Wiedemann 247) betreffende den laatsten wil van ridder Willem v. Vlodorp en de vóór 1481 met hem gehuwde Alvara of Alver(i)dis (ook Alfrida)