Gerhard door aartshertog Maximiliaan beleend werd. Bij zijn gemalin Elisabeth v. Haeften dochter v. Walram, ridder, en van Hendrika v. Vaderick en, naar Ferwerda II, 5 gen. v. Haeften, weduwe van Jan v. Broekhuisen (als moeder van diens zoon, Gerhard v. Werdenberg blijkbaar bedoeld in Gelre X, 232) had hij de volgende kinderen:
1. Willem, heer van G(h)oor ± 1530, medeerfvoogd v. Roermond, van welke erfvoogdij hij het vruchtgebruik van de, hem bij de deeling met zijn broeder (zie boven) toegevallen, helft aan zijn echtgenoot verzekert, Elisabeth van Montfoort, overl. in of kort vóór 1543, erfgename van Meyl, Goor en Fronenbroeck, weduwe van den kort na 1518 overleden Godart, burggraaf v. Drachenfels. Voor haar verhief hij 9 Mei 1514 de heerlijkheid Pol en de hoeve te Buggenum. Drie dagen later als leenheer te G(h)oor verschijnende (vgl. hier ook: Eg. Slanghen, Bijdr. tot de gesch. van het tegenwoordige hertogdom Limburg (1865 I, 135, II, 211)), zien wij hem als zoodanig ook op 10 Mei 1520; voorts 15 Jan. 1527; dan 24 Oct. 1528 (waarop de benoeming door hertog Karel tot drost v. Montfoort plaats had); tenslotte nog in Nov. 1530 (Limburg's Jaarb. XI (1905) 303).
Drie jaar later is heer Willem zeker dood, want in bedoeld jaar komt niet alleen Elisabeth als weduwe voor, maar wordt zij tevens door hertog Johan v. Kleef beleend met Pleye of Hermannswarte in het ambt Huyssen (zooals te voren de Vlodorps en de Goors daarmee beleend waren)
Diederick van Milendonck (drost te Montfoort), huwde in 1516 met haar eenige (voor)dochter Agnes (= Elisabeth v. Draeckenfelt naar Publ..... de Limb. XVI (1879)10 Vermoedelijk is heer Willem zelf reeds dood 1531; naar 't Necrol. op 7 Febr. zonder opgave van jaar, blijkbaar vóór 21 Aug. 1531 overleden.
2. Gerard of Gerard (zie art. Gerard (2)).
3. Anna (overl. 1546) gehuwd met Joost v. Hemert. Weduwe in 1500, werd zij door hertog Karel bekleed met de voogdij over haar dochter He(y)lwich. Buiten diens medeweten een tweede huwelijk aangegaan hebbende (in 1501) met Jan (Johan) Scheyffaert v. Merode en met geweld in het bezit gekomen van het huis v. Hemert, beroofde de hertog haar in hetzelfde jaar of in 1502 van alle goederen, die zij van hem hield (Geld. Volksalm. 1871, 96, 104; 1873, 129). Haar genoemde dochter verkreeg het leen Hemert (in welks kasteel in 1506 haar bastaardbroeder woonde). Door tusschenkomst van haar vrienden werd Anna in 1517 in al haar bezittingen hersteld (Pontanus 316). Met haar tweeden echtgenoot komt zij ook in 1514 voor in verband met een verkoop van de tienden te Quelburg aan 't klooster Bedbur. Wolters noemt (v. Oidtmann niet) als derden echtgenoot Lubbert Torck v. Sinderen, maar op goede gronden is in III 1245-1246 aangenomen, dat deze heer Lubbert getrouwd is met Heilwig (Hadewig) v. Hemert, de bovengenoemde dochter van Joost en Anna v. Flodorp (daar nog met een F geschreven).
Zie: behalve het reeds genoemde, onder art. Willen v.V., dat beneden volgt.
Kooperberg