Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1047]
| |
19 Mei 1556. Bovendien viel hem - zij 't ook slechts voor eenigen tijd - de heerlijkheid Burgau (bij Düren) toe, en wel tengevolge van zijn huwelijk met Elisabeth v. Stam(m)heim, naar 't Neer., overl. 14 Juli 1555, dochter van Lutger en Katharina v.d. Neersen en weduwe v. Willem v. Elmpt te Burgau. Over bezittingen, waarop beiden aanspraak maakten, kreeg hij met Roermond een twist, die zoo hoog liep, dat de kwartieren van Gelre er in betrokken werden, die er, 5 Oct. 1538, een einde aan maakten (Inv. Roermond I, 225), gelijk ze dat in 't volgend jaar zouden doen tusschen dezelfde stad en een anderen Vlodorp (zie onder art. Willem (2) v.V.) Daar (1545) trad tegen hem in rechten op Oswald II v.d. Berg (Nav. XXXVI 87. Vgl. ook 337 vlg.) namens zijn gemalin Elisabeth v. Dordt en wel over de erfhofmeesterij van het vorstendom Gelre (P. Nijhoff, Reg. v. 't voorm. Hof v. Gelre 1856, 425). Uit het genoemde huwelijk had heer Gerard (2), behalve verschillende dochters, een paar zoons: Lutter (ook Lutger) in 1576 genoemd (Inv. Roermond I, 240) met zijn vrouw Wilhelmina de Rutter (de Ruyter), dochter van Albert, welken Lutter, voorkomende op 29 Juli 1559 en vader v. Jan en Margaretha, Wolters evenwel eerst laat volgen op een ouderen broeder Gerard, die volgens hem eerst erfvoogd was en gehuwd met Lambertina v. T(h)uyl). Hij zou kinderloos overleden zijn 4 Juli 1555; dit zegt v. Oidtmann, die onmiddellijk vóór die mededeeling, wonderlijk genoeg, hem 10 Mei 1566 met de voogdij laat beleenen! Bij Wolters 32 komt Gerards vrouw 9 Juli 1557 als weduwe voor, maar Johan als erfgenaam van zijn tweede reeds sinds 3 Juni 1557! Deze Johan of Jan, jonger dus dan Gerard en Lutter, was eerst kanunnik te Trier (als zoodanig vermeld op de jaren 1532 en 1533), maar, daarna afstand gedaan hebbende van zijn prebende huwde hij Maria v. Nesselrode (Nesselraed naar d'Ablaing v.G. Rp. v. Nijm. 161), dochter v. Jan of Johan en Frederika Spies(s) v. Büllesheim en werd erfhofmeester van Gelre. Als hun jongste dochter wordt genoemd Barbara of Barbe, erfgenaam v. Büllesheim en gehuwd met Willem Quaedt v. Wickeraey. De dochters van Gerard (2) en Elisabeth waren Margaretha, overl. 11 Sept. 1560 (bij v. Oidtman, bij vergissing 11 Aug.), (bij Wolters Elisabeth, die dien naam aan twee opeenvolgende dochters geeft), echtgenoote van Stephanus (Etienne) Stael v. Holstein (aan wier dochter, insgelijks Margaretha, 't Necr., afz. herdr. 82 een plaats in de abdij geeft), Katharina (niet bij Wolters), als non overl. in 't Klarissenklooster te Neuss en wel naar 't Necr. 46) 5 Mei 1560; Elisabeth, (kol. 1045) de bekende abdis van de meermalen genoemde abdij te Roermond (waar zij, naar dezelfde bron, 24 Febr. 1582, stierf); Anna overl. 6 Oct. 1572. 8 Aug. 1528 gehuwd met Christoffel Schenk v. Nijdeggen, gedood voor Duren in 1543 (volgens een noot v.d. uitgever v.h. Necr. der Abdij, waarin haar dochter Elisabeth opgenomen werd, was Anna de oudste dochter); ten slotte Maria (vóór 1589 overl., echtgenoote van Willem v.d. Lippe gezegd Hoen, daarna hertrouwd met Diederik v. Milendonck, ridder, burggraaf v. Drachenfels etc. die voorkomt in 1533 (zie art. Gerard (1), waar wij hem, is het dezelfde, in Agnes v. Drachenfels blijkbaar z'n eerste vrouw zagen nemen (?) en sinds 1560 van Johan v. Hücking. Geen sprake | |
[pagina 1048]
| |
van verwarring behoeft er te zijn tusschen dezen Diederik v. Milendonck en Johan of Jan v.M. (evenmin, gelijk in dit verband mede geschied is, tusschen Odilia en de hier genoemde Maria, van wie de eerste, Odilia, immers gehuwd is met dien Jan of Johan v. Milendonck, door sommigen weer Theodor genoemd; vergl. v. Oidtman 130 en 134 en zie beneden bij Willem V. Zie: Onder laatstgenoemd artikel mede voor dit, voorzoover nog niet genoemd, vgl. ook het bovenstaand artikel Elisabeth. Kooperberg |
|