[Venlo, Johannes van]
VENLO (Johannes van), Benediktijner der abdij St. Petrus en Paulus of Abdinghof te Paderborn, overl. 18 Juni 1569 te Salskoten, was geboren op een adellijk kasteel (villa) bij Venlo. In de abdij zijner professie was hij werkzaam als prior 1548-1550, toen hij naar Putten werd gezonden om de bezittingen der abdij als cellier te besturen. Tevens bezorgde hij als pastoor de parochie Voorthuizen, zooals blijkt uit de aanstelling en voordracht van zijn opvolger 17 Apr. 1557. 27 Januari 1557 werd hij door het ontslag van zijn voorganger tot abt verkozen zijner abdij. Hij was ten zeerste gehecht aan het katholiek geloof en heftig bestrijder der nieuwe leerstellingen. Bovendien bewees de ondervinding, dat hij een bekwaam bestuurder was, die de bezittingen der abdij wist te vermeerderen en in waarde en opbrengst deed stijgen. Hij versierde en vernieuwde vele abdijgebouwen, o.a. het huis der abdij te Deventer, kocht te Putten, 1563, een ouden molen en bouwde een nieuwe en vermeerderde het grondbezit. Tijdens een bezoek aan de stad Salzkoten overleed hij plotseling ouder den maaltijd te zijner eer door het stadsbestuur aangericht.
Zie: Ant. Mattheus, Veteris aevi analecta (Hag. Com. III, 529-531; J.B. Greve, Geschichte der Bened. Abtei Abdinghof in Paderborn (Pad. 1894); Archief Aartsbisdom Utrecht XXVII (1911) 318; Gab. Bucelinus, Germania sacra et profana (Ulm. 1662) II, 133.
Fruytier