[Troost, Gerard]
TROOST (Gerard). Uitstekend beoefenaar der mineralogie en paleontologie, geb. 15 Maart 1776 in den Bosch, overl. 14 Aug. 1850 in Nashville, (Tennessee, N.-Amerika). Hij studeerde aan de universiteit te Leiden, alwaar hij bevorderd werd tot Dr. in de medicijnen, om daarna in 1801 aan de universiteit te Amsterdam het examen voor apotheker af te leggen. Van 1801-07 was hij praktisch werkzaam in Amsterdam en den Haag, alwaar hij werd opgemerkt door koning Lodewijk Napoleon, die hem ter voltooiing van zijn studiën naar Parijs zond. Hier kwam hij in aanraking met Hauy, den grondlegger der kristallografie en met Alexander von Humboldt, den wereldberoemden natuuronderzoeker. Het was onder hun invloed, dat hij verschillende reizen ondernam en op uitnoodiging van koning Lodewijk Napoleon zou hij in 1809 een tocht naar Java ondernemen, welk eiland hij via Amerika trachtte te bereiken, aangezien Frankrijk op voet van oorlog stond met Engeland. De troonsafstand van Lodewijk Napoleon was oorzaak, dat van zijn voorgenomen reis niets kwam en hij in Philadelphia bleef. Hier werd hij één der 7 oprichters van de Academie van wetenschappen, en haar eerste voorzitter. Van Philadelphia verhuisde hij naar Nashville, waar hij in 1828 een natuur-historisch museum oprichtte, en hoogleeraar in de mineralogie, geologie, scheikunde en natuurlijke historie werd, een betrekking, die hij tot zijn dood toe bekleedde. Hier ontvouwde hij een groote wetenschappelijke werkzaamheid, ontdekte de kobaltertsen in den staat Missouri, onderzocht de zinklagen in dien staat, vestigde de aandacht op de prachtige marmerlagen in den staat Tennessee, en bestudeerde de kolenlagen daar ter plaatse. Een der voornaamste zinkmineralen werd dan ook naar hem genoemd (Troostiet).
Als paleontoloog wijdde hij in later tijd zijn opmerkzaamheid aan de uitgestorven diersoorten, die in het siluur van Tennessee voorkomen, en zijn uitvoerige beschrijving dier diersoorten, rijk geillusteerd, zond hij 1 maand vóór zijn overlijden aan de directie van het Smithsonian Institute. Het manuscript kwam toen in het bezit van James Hall, die het onder zich hield en onderwijl de beschrijvingen van Troost uitgaf, echter met verandering der namen, die deze er in had gebruikt. Dit bedrog werd echter in 1904 ontdekt door Charles Schuchert, en 5 jaren later werd het manuscript van Troost, voorzien van aanteekeningen, uitgegeven door mej. Elvira Wood.
Zie: J.M. Clarke, James Hall and the Troost manuscript (American Geologist, XXXV, 1905, 256); L.C. Glenn, Gerard Troost (American Geologist XXXV, 1905, 72-94 met portret): E. Wood, A critical summary of Troost's unpublished manuscript on the Crinoids of Tennessee (Smithsonian Institution, United States natio-