verbleef. In Mei van dit jaar werd hem een zoon geboren: Charles Belgique Hollande, geheeten naar de drie peetvaders: den koning van Zweden, Karel X, de Staten-Generaal en de Staten van Holland.
Na verkregen amnestie van den koning vestigt Tarente zich wederom in Frankrijk. Hij blijft echter, zij het ook ongewapend, aanhanger van Condé, wat Mazarin beantwoordt met gevangenis en interneering. Doch na den vrede van de Pyrenaeën (1659), de verzoening van Condé met den koning (1660) en den dood van Mazarin (1661) wordt Tarente een ijverig aanhanger en een getrouw dienaar van Lodewijk XIV. De eens zoo trotsche rijksgroote kan niet tegen den stroom op, en wordt, als de anderen, een hoveling.
Thans volgt, met toestemming des Konings, een derde verblijf in de Republiek (1662-1668). Tarente kan het vinden met de hoofden der thans bovendrijvende staatschgezinde partij; hij heeft allen eerbied voor Johan de Witt en prijst diens moedig gedrag op de vloot. Bij de expeditie tegen de Dylerschans, onder Willem Frederik, commandeerde hij als generaal de ruiterij (1664). Doch hij houdt een slag om den arm, als de Staten Generaal hem het opperbevel willen opdragen van het legertje, dat tegen Christoffel Bernard van Galen strijden moet, die in Twente en den Achterhoek roovend en brandschattend binnengedrongen is (1665-66). Hij wil zich blijkbaar niet compromitteeren bij de Oranje-partij.
Als gouverneur van 's Hertogenbosch (1665-70) doet hij in dezelfde dagen een verdienstelijk werk. Brabant is bijna geheel van troepen ontbloot, doch aan het hoofd van opgeroepen schutters (milices) en andere ongeregelde troepen weet hij het platteland te zuiveren van munstersche partijgangers bij Wouw en Oudenbosch, welke plaatsen hij hun ontnam, en daarbij 1200 gevangenen te maken.
Het totstandkomen van de Triple alliantie, van 1668, waardoor de Republiek vijandig tegenover Frankrijk te staan komt, is voor Tarente, toen luit.-gen. der ruiterij, aanleiding om de Republiek voor den derden keer te verlaten. Hij gaat naar Thouars terug, en put zich in 1669 als president der ridderschap in de vergadering der Staten van Bretagne uit om den koning ter wille te zijn. Lodewijk XIV betuigt hem zijn dank, betreurt alleen dat Tarente's geloof een algeheele toenadering tot het hof in den weg staat. In het voorjaar van 1670 komt Tarente voor het laatst in de Republiek. Hij hernam zijn commando, doch trof er een zekere zenuwachtigheid en onrust aan, veroorzaakt door binnenlandsche onrust en de dreigende moeilijkheden met Frankrijk. Na een verblijf van eenige weken nam hij 25 Juli ontslag. Hij heeft de Republiek niet weergezien.
Thans volgt de stap, die reeds lang verwacht was: Tarente ging over tot het katholieke geloof (October 1670). Zijn vrouw was er zeer bedroefd om, de twee zoons volgden het voorbeeld van hun vader, doch niet de oudste dochter, welke verkoos te blijven in het geloof van haar moeder en grootmoeder.
Tarente heeft nog twee jaren geleefd, en is den 14en September 1672 te Thouars overleden, in den ouderdom van 52 jaren.
Prent door P. Philippe.
Zie: Mémoires de Henri Charles de la Trémoille, Prince de Tarente, Luik 1767; Haag, La France protestante; De jeugd van Louise Henriette d'Orange, in Fruin's Verspreide Geschriften IV; J. Bosscha, Neerlands Helden-