Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Tay, Wilhelmus]

TAY (Wilhelmus), genaamd Arnoldi en ook de of van der Delft naar zijne geboorteplaats, studeerde te Leuven aan de universiteit omstreeks 1450, overl. einde Oct. 1487. Hij behaalde den graad van licentiaat in het kerkelijk recht 23 Febr. 1451 en in burgerlijk recht, 13 Jan. 1456. Het volgend jaar 15 Nov. werd hij tot doctor in de beide Rechten gepromoveerd en hield 20 Nov. zijn feestmaaltijd bij de Preekheeren, waarbij de stad den rijnwijn schonk. Hij trad op als leeraar van het burgerlijk recht en vervolgens van het kerkelijk recht, na den dood van den leeraar Rad. de Beeringen 1459. Hij nam deze lessen aan, mits de stad behalve zijn prove (kannunikdij in St. Pieter) hem 25 gulden zou betalen en eenmaal 39 gulden om boe-

[p. 883]

ken te koopen. Dan nog stelde hij de voorwaarde, dat hij bij ontslag kon weerkeeren naar de lessen der instituten. Hij bleef professor tot zijn dood, want zijn knecht ontving 1 Nov. 1437 het achterstallige traktement van zijn heer. Sinds 12 Jun. 1475 was hij pastoor van het Groot Begijnhof van Leuven.

Zie: Val. Andreas, Fasti Academici Stud. gen. Lov. (Lov. 1650) 172; Analectes Hist. Ecclesiastique de la Belgique XXX (1903)1 29-132, 153-154; XXXVIII (1912), 278, 285, 288, 365-67.

Fruytier