[Tas, Adam]
TAS (Adam), geb. te Amsterdam in 1668 overleden te Stellenbosch in de Kaapkolonie in Juni 1722, was een zoon van Jan Tas oud-commies van de Rekenkamer van Overijsel en Margaretha Linden-Hovius. Hij kwam in 1697 als vrijburger aan de Kaap, waar zijne tante Maria Lindenhovius, na eerst bij den gouverneur Simon van der Stel in betrekking te zijn geweest, was gehuwd met een der rijkste veeboeren, Henning Husing. Nadat hij, waarschijnlijk door diens invloed, reeds twee jaren later vaandrig bij de Burger infanterie was geworden, huwde hij 13 Juni 1703 Elizabeth van Brakel, de zeer vermogende weduwe van den vrijburger Hans Jurgen Grimpel een welgesteld grondeigenaar in het district Stellenbosch. Met Jacobus van der Heiden, Pieter van der Bijl, Guillaume du Toit en Hercule du Preez, werd hij een der hoofdleiders van de met het bestuur van Willem Adriaan van der Stel, die zijn vader 11 Febr. 1699 was opgevolgd, steeds meer ontevreden wordende boeren en stelde hij in het voorjaar van 1705 het klaagschrift op, dat door Abraham Bogaart naar hier werd medegenomen en tot de terugroeping van v.d. Stel aanleiding gaf. In den nacht van den 26. op den 27. Februari 1706 werd hij door v.d. Stel gevangen genomen en in het kasteel te Kaapstad opgesloten, maar 16 April 1707, toen deze zijn ontslag kreeg, bevrijd. Hij keerde daarop naar zijne plaats te Stellenbosch terug en gaf die ter herinnering aan het gebeurde den naam ‘Libertas’, werd Heemraad van het district en Gecommitteerde