Gorcum. Hij onderteekende in 1619 de Acte van Stilstand. Hoewel niet ongeleerd en bij velen bemind, heeft hij veel geleden, ook door eigen schuld; vooral door armoede. Na 1619 leefde hij van een pensioen, evenals na zijn dood nog zijne weduwe.
Het laatst schreef over hem: J.W. Pont, Gesch. van het Lutheranisme in Ned. tot 1618 (Haarl. 1911), die de voornaamste gedrukte bronnen vermeldt, behalve A.C. Duker, Gisbertus Voetius I (Leid. 1897) 231, 292, lxxxiii, ci, cii. Zie ook: Jaarboek der Vereen. voor Ned.-Luth. Kerkgesch. III (Amst. 1910), 5, 28.
Knipscheer