Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Swieten, Gijsbert of Gijsbrecht van (2)]

SWIETEN (Gijsbert of Gijsbrecht van) (2), oudste zoon van Pieter (kol. 865) en Maria v. Montfoort, is tweemaal gehuwd geweest 1e. met Maria v. Wijngaarden (dochter van Floris en Barta v.d. Boukhorst), overl. 1525, daarna met Yda v. Nieven te Leiden, die in 1549 weduwe werd. Haar man werd begraven te Leiden - zegt de Bat. Ill. - (zie boven over de begraafplaats der v. Swietens), bij zijn eerste vrouw gekregen hebbende een zoon, Cornelis, en twee dochters, waarover beneden.

Deze Gijsbrecht, beleend in 1484 (zie art. Hugo), was schout van Zoeterwoude, als zoodanig zegelend in 1506, 1507 (dan ook als ambachtsheer), 1509 (bij herhaling), 1510, 1511, 1513, 1515, 1516, 1518-1520, 1522, 1524 (herhaaldelijk), evenzoo 1527-1532, in welk jaar hij een verklaring gaf over 't klooster en convent op Rodenburg, dat 't nl. geregeld met de bewoners van het ambacht Z. moest meebetalen. Ook gedurende het volgende twintigtal(?) jaren, dat Gijsbrecht nog schijnt geleefd te hebben, was zijn rol niet van overwegend belang.

Zijn zoon, de genoemde Cornelis, eveneens ambachtsheer van Zoeterwoude en schout, als zoodanig zegelend in 1533, 1538, en zijn vrouw Anna v. Bors(s)elen hebben al in 1530

[p. 860]

(9 Oct.) huwelijksvoorwaarden gemaakt en in 1539 hun testament (11 Aug.), waarop Cornelis' dood vermoedelijk in of kort voor 1543 volgt, wijl in dat jaar Adriaan verlijd wordt (na den dood van Cornelis) met de leengoederen, waarmede deze verlijd was in 1531.

Deze zoon Adriaan, overl. te Gouda (waarvan hij gouverneur werd) in 1584, bij den dood zijns vaders nog minderjarig, later gehuwd met Josina v. Naaldwijk, bij wie hij 7 kinderen kreeg, hoogheemraet in Rijnlant, behoorde tot de Verbondsedelen, terwijl de dochter Maria huwde met Jacob Copier, heer van Calslagen en Tol (zoon van Jacob en Margaretha v. Roon) (over beide zwagers Fruin, Verspr. Geschr. II, 125 vlg.; over de eerste o.a. Blok, Willem de Eerste I, 207, 252; te Water, Verbond der Edelen III, 319-327; Yvoy v. Mydrecht, Verbond en smeekschriften der Ned. Edelen (niet in den handel) 71-72; dez., Bijdr. tot de historie van het Verbond en de smeekschriften der Ned. Edelen 242.

Anna v. Borselen leefde nog in 1553, toen haar kinderen Adriaan en Maria een notarieele overeenkomst troffen, waarin o.a. de bepaling voorkwam, dat Maria het een en ander in korting zou laten komen van de rente, wanneer zij later meer zou erven dan haar broeder uit de nalatenschappen van Adriana v. Swieten, zuster van haar vader Cornelis (zie boven), weduwe van Gerijt Heermans en van de eveneens kinderloos gebleven weduwe van Engelbert v. Ophem, Bartolda, jongste dochter evenzeer uit het 1ste huwelijk van Gijsbrecht (2). Uit diens tweede huwelijk sproot Maria, gehuwd met Jan Spijskens uit Brussel, uit welk huwelijk, behalve een kinderloos overleden zoon Gijsbrecht, ook een dochter Philippa geboren werd, die haar man Hugo Willemsz. v. Swieten, burgemeester te Oudewater, twee dochters schonk, Aleida en Maria.

Lit. Zie verder beneden.

Kooperberg