hadden heer Gijsbrecht en zijn vrouw nog meer kinderen. Katharina v. Diemen ‘sijn goet wijff’ (dochter van Hugo) stond haar man terzijde bij het vroomheidswerk o.a. aan Mariënpoel, blijkende, behalve uit testamentaire beschikkingen, ook uit aanneming van memoriediensten van hen in 1462 (hierbij was 't, dat hun zoon Hugo was vermeld), 5 jaar na iets dergelijks voor hun moeder en schoonmoeder, weduwe Lutgarde. Bedoelde kinderen waren nog twee zoons, Willem (kol. 866) (niet overal vermeld), Pieter (kol. 865) en twee dochters. De oudste van deze was Adriana, gehuwd met Gijsbrecht, zoon van Herpert v. Yselsteyn en N.v. Haamstede (v. Spaen, Hist. van het huis v. IJselstein). Hun dochter Margaretha trouwde met Arend v. Duvenvoorde (huwelijksche voorw. 21 April 1465) en overl. 1529 (Wapenher. 1905, 83). Eerstgenoemde, Adriana, weduwe, behoorde tot de huwelijkslieden bij 't huwelijk van haar kleinzoon Gijsbrecht v. Yselstein, zoon tot Duivenvoorde, en Arend v. Almonde (1494) (Hist. Gen. Kron. 1852, 287).
De jongste, Catharina, gehuwd eerst met Adriaan, zoon van Frank v.d. Bouckhorst en Catharina v. Bakenesse, daarna met Willem v. Rommerswael, baljuw van Rotterdam.
Heer Gijsbrecht - Gerrit (Gheerit) heet het verkeerdelijk bij Gouthoeven 206, Gijsbrecht op bl. 205; vgl. hetzelfde verschil tusschen Bat. Ill. 879 en 1113 - werd begraven voor het heilige kruiskapelletje in de kerk van Mariënpoel, terwijl de andere leden van het geslacht des stichters allen liggen onder de blauwe zerk voor het hoog outaar, gewijd aan de H. Maagd (zie verder het tafereel, waar echter ook Gijsbrecht met de andere zoons en hun vrouwen achter hun vader is afgebeeld). Als reden voor genoemde uitzondering geeft ook v. Heussen, Oudh. v. Rijnland (Leiden 1719) op, dat er anderen kort na hem gestorven waren.
Lit. beneden. Hier vooral ook de aangehaalde studie in Leidsch Jaarb. 1905.
Kooperberg