Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 846]
| |
Oct. 1742, hetzelfde jaar als haar broeder den bisschop, was een dochter van Gijsbert Hendrik een rijk koopman en van Helena Donckers, beiden behoorend tot een voorname familie van 's Hertogenbosch. Haar vader woonde 1672 nog te Amsterdam, 1674 werd hij door koning Karel II van Spanje, vorst der zuidelijke Nederlanden, in den adelstand verheven. Behalve den bisschop had zij nog de volgende broeders: Frans, 1709 pastoor der Jezuïetenstatie St. Catharinasteeg te Utrecht; Martinus, geb. te Amsterdam 1671, eveneens Jezuïet, missionaris in Friesland, overl. 2 Aug. 1727 als rector van het college in Kortrijk: Melchior, eveneens te Amsterdam, geb. heer van 's Gravenwezel, gehuwd, werd 7 September 1717 in den adelstand verheven of, zoo noodig, daarin erkend, en verheven tot ridder van het Roomsche Rijk, titel overgaande op al zijn wettelijke afstammelingen. Hare zuster Adriana, geestelijke dochter, weldoenster van het R.K. Maagdenhuis te Amsterdam, was 1712 nog in leven. De geslachtslijst in Taxandria vermeldt Helena niet onder de kinderen, een bewijs van onvolledigheid. Zij trad te Antwerpen in het klooster der Ursulinnen, slechts eenige jaren te voren in deze stad gevestigd, waar dezen een toevlucht gevonden hadden, toen haar klooster bij den grooten brand der stad Roermond 1665 geheel vernield was. Omdat de Ursulinnen volgens haren regel verplicht zijn tot het geven van onderwijs, ondervonden zij veel tegenstand van de antwerpsche schoolmeesters, zoodat zij eerst 1682 toegelaten werden om aldaar een blijvend klooster in te richten. 1687 deed Helena van Susteren haar intrede in dit nieuwe klooster en ontving den naam van Maria Helena van het H. Kruis. Haar medenovice was Agnes van Urstedt, geb. te Kopenhagen. Na hare professie 30 Mei 1688 was zij werkzaam in de dagscholen voor de armen der stad en daarna in het pensionaat, waar rijke en adellijke kinderen hun opvoeding genoten. 1730 werd zuster Helena als overste aan het hoofd van het gesticht geplaatst. Een harer eerste werken was het verbeteren en vergrooten der schoolgebouwen, en het inrichten van het onderwijs volgens de eischen van dien tijd. Door haar invloed verwijderde het stadsbestuur het hinderlijke gebouw der stadswachten, uit de nabijheid van het klooster. Overste Helena, niet bij machte om uit de kloosterkas alle uitgaven te dekken, vond milden geldelijken steun bij hare rijke bloedverwanten, bijzonder bij den bisschop van Brugge, wiens wapen ter herinnering aan zijn weldaden in een der ramen der kapel prijkte. Hoe groot de rijkdom harer familie was, bewijst nog het koninklijk paleis op de Meir te Antwerpen, eertijds gebouwd door Jan Alex. van Susteren omstreeks 1745 tot zijne woning. Niet minder prachtig was het hotel aldaar gebouwd omstreeks dien tijd voor de wed van Melchior van Susteren. Onder het bestuur van Maria Helena van Susteren bereikte het Ursulinnengesticht het toppunt van bloei en invloed. Talrijke dochters van hoogen huize namen aldaar den sluier aan, en hare scholen stonden in de hoogste achting bij de antwerpsche bevolking. 12 jaar, tot haren dood, stond zij aan het hoofd van het klooster, dat de eerste kloosterlijke inrichting was in die stad geheel gewijd aan het onderwijs. Zie: Graf- en gedenkschriften der prov. Antwerpen, IV (1859) clxiii, 460; Taxandria VI (1899) 196-199; de Herkenrode, Nobiliaire des Pays Bas (Gand 1865, II, 1858). Fruytier |
|