[Steijn, Pieter]
STEIJN (Pieter), geb. 6 Oct. 1706 te Haarlem, gest. 5 Nov. 1772 te 's Gravenhage, zoon van Adriaan Steyn, burgemeester van Haarlem, en Johanna Patijn. Uit een oude regentenfamilie, studeerde hij sedert 10 Febr. 1724 (foutief aangegeven als 20 jaar) te Leiden in de rechten, waar hij 6 Sept. 1726 promoveerde, werd 1729 secretaris en 1735 lid der vroedschap van Haarlem, waar hij schepen en burgemeester werd, vervolgens lid van Gecommitteerde Raden van Holland en commissaris en equipagemeester van de admiraliteiten van Amsterdam en Zeeland, 21 Juli 1749 raadpensionaris van Holland op aanbeveling van Willem IV, na het ambt sedert Juni te hebben waargenomen in de plaats van den afgetreden Gilles. Hij was meer uitstekend financier dan staatsman, ofschoon hij ook als zoodanig achtereenvolgens prins Willem IV, de Gouvernante, Brunswijk en den jongen Willem V ter zijde stond. Hij regelde op uitstekende wijze de toen verwarde financiën van Holland en van het Oranjehuis en stelde als lid eener daartoe benoemde commissie 1750 een belangrijk rapport over Holland's financiën samen; verbeteringen in het belastingstelsel werden door hem aangebracht. Herstel van het krediet was zijn streven en werd ook bereikt. Hij werd 8 Nov. 1759 curator der Leidsche Universiteit. Als staatsman bezat hij onder de Gouvernante Anna in de regeeringsconferenties niet zooveel invloed op de zaken als onder Willem IV zelven. Hij werkte tijdens Anna meestal samen met Amsterdam en de ‘republikeinsche’ oppositie tegenover de friesche partij aan het stadhouderlijke hof en Bentinck. Op beteren voet stond hij met den tusschen de partijen doorzeilenden Brunswijk en steunde dezen in de binnen- en buitenlandsche staatkunde. De Akte van Consulentschap werd hem
echter eerst na de totstandkoming medegedeeld. Zijn eigenlijke werkkring bleven de financiën, ook onder Willem V; overigens was hij op staatkundig gebied gematigd en vredelievend en werkte krachtig mede aan Brunswijk's pogingen om de partijen te verzoenen.
Zijn beide huwelijken, met Maria Adriana Denyssen en Cornelia Schillinger, wed. van Daniël Deutz, bleven kinderloos. Hij werd begraven in de Groote kerk te 's Gravenhage, waar op zijn graf een opschrift van J. van Spaen.
Van hem een aantal brieven in de Archives, 4me série en 5me série, t.I. Zijn papieren in het Alg. Rijksarchief en het Huisarchief van H.M. de Koningin.
Schilderijen door J. Fournier en een onbekende. Prenten door J. Houbraken, Vinkeles en Bogerts.
Over hem: Nederl. Bibl. 1774, I, 105 en verder de algemeene geschiedkundige werken over zijn tijd, met name Wagenaar en de Vervolgen op diens werk, benevens van Wijn's Bijvoegsels en Nalezingen.
Blok