verspreidde zijn naam wijd en zijd. In zijn laatste jaren had hij te klagen over ondankbaarheid der Staten Generaal ten opzichte van zijn diensten. Prins Maurits had hem toen tot zijn raad en superintendant zijner financiën benoemd.
De algemeene erkenning van zijne wetenschappelijke verdiensten is van veel jonger datum; zij werden vooral in het licht gesteld door E. Dühring in zijne Prinzipien der Mechanik en door E. Mach in Die Mechanik in ihrer Entwickelung historisch kritisch dargestellt, ten onzent door prof. D. Bierens de Haan en Gravelaar (zie beneden).
Stevin was een warm voorstander van het gebruik van de moedertaal in wetenschappelijke werken; aan zijn Weegconst gaat een pleidooi voor het gebruik der ‘Duytsche tael’ vooraf. Ook voor de zuiverheid der taal bleef hij strijden. Hij liet vele handschriften na, daaronder ook onafgewerkte; zijn zoon Hendrik (zie boven) verzamelde deze, nadat zij aanvankelijk zeer verwaarloosd en verspreid waren, en gaf er vele van uit.
Schilderij door een onbekende; Brugge richtte hem in 1844 een standbeeld op en liet een medaille te zijner eere slaan; in den Haag een buste in zijn woonhuis (Raamstraat 47).
Hij is op gevorderden leeftijd gehuwd geweest met de veel jongere Catharina Craey, die hem twee zoons. Frederik (geb. 1613, ing. als theol. student te Leiden 1629, en als jurist, gest. te Leiden 1639); Hendrik, die voorg. en twee dochters, Susanna en Levina schonk. Zijn weduwe huwde 1621 Maurits de Viri (Virieu), baljuw van Hazerswoude, en stierf te Leiden 5 Jan. 1673.
Zijn voornaamste geschriften zijn: Tafelen van intresten (Antwerpen 1583); L'arithméthique contenant les computations etc. (Leyde 1585); Problematum geometrtcorum l.l. V (Antv. s.a.); De beghinselen des waterwichts (Leyden 1586); De beghinselen der weeghconst (Leyden 1586); De weeghdaet (Leyden 1586); Vita politica, Het burgherlick leven (Leyden 1586, Delft 1611, Amsterdam 1684); De Sterctenbouwing (Leyden 1594, Amsterdam 1624); Hypomnematica mathematica 2 t. (L.B. 1605-8, vert. als Winstconstige gedachtenissen (Leyden 1605-8); Mémoires mathématiques 15 t. (Leyde 1608); Oeuvres mathématiques (Leyde 1634); Castrametatio, dat is legermeting (Rott. 1617, Leyden 1633, Fransche vert., Leyde 1618); Nieuwe Maniere van sterctebou (Rott. 1617, Leyden 1633, Fransche vert., Leyde 1618); Dialectike ofte Bewysconst (Rott. 1621); Materiae politicae 2 t. (Leyden 1649, twee drukken van dit jaar); Verrechting van Domeine mette Contrerolte (Leyden 1650); Vande spiegeling der Singkonst et Vande Molens, éd. Bierens de Haan (Amst. 1884); Coopmansbouckhouding, uitg. Boon (Leiden 1887).
Over zijn geschriften: Bierens de Haan in Bouwstoffen voor de geschiedenis der wis- en natuurk. wetenschappen no. XXI en XXV; Verslagen Kon. Acad. afd. Nat. 1884, 107, 197, 249, waar een volledige lijst, aangevuld door Gravelaar (zie beneden).
Vgl. over hem: van Capelle, Bijdragen tot de gesch. der wetenschappen en letteren (Amst. 1828); Voorduin, Laudatio S. Stevini (Gand 1823); Delepierre, Résumé biographique (Brug. 1840); Goethals, Notice historique (Brux. 1841); du Fan (St. van de Weyer), S. Stevin et M. Dumortier (Nieport (London) et Brux. 1845); Quételet, S. Stevin (Brux. 1845); Delafin, Notice sur la vie et les ouvra-