[Spranckhuysen, Adolphus]
SPRANCKHUYSEN (Adolphus), zoon van Thomas Spr. (predikant te Leiden 1592-1602, zie kol. 791), studeerde te Leiden, geëxamineerd in Dec. 1602. Helmichius schrijft op 26 Oct. 1602 over ‘de cleyne bequaemheyt Spranckhusii, als bij den studenten nullo numero propter sive stupiditatem sive tenuitatem ingenii’. Toch volgde hij aanstonds zijn vader te Leiden op in elk geval vóór Aug. 1603. Hij overleed in 1615. Hij bezocht de synode te Dordrecht van Oct. 1608 en was in vorige jaren ook kerkvisitator in zijne classis. De studenten te Leiden onderwees ook hij in het maken van schetsen voor preeken en het proponeeren zelf. Voetius was ook daar bij zijn leerling. Hij was een geestverwant van Gomarus. Uit Wtenbogaert, Trigland en Brandt verhaalt ook Rogge wat Ad. Spranckhuysen in de classis Leiden op 2 Nov. 1610 antwoordde op de resolutie van de Staten in Juli en Aug. waarbij het geloofsonderzoek in het examen voor a.s. predikanten werd beperkt binnen zekere grenzen. Hij betuigde daarop niet categorice te kunnen antwoorden.
Zie: Kerkelijk Handboek 1907, Bijl. 131; Reitsma en van Veen, Acta III 208, 226, 238, 276; A.C. Duker, Gisb. Voetius I (Leiden 1897) 105, 1056; G. Brandt, Hist. der Reform. II (Amst. 1674) 136; H.C. Rogge; Joh. Wtenbogaert II (Amst. 1875) 691; Werken Marnix-Vereen. serie III, dl. IV, 152, 162; dl. V, 356; Wijminga, F. Hommius (Leiden 1899) 23, 26 v., 37, 73, 134, 177, 179, 245, 251.
Knipscheer