[Spaan, Gerrit van]
SPAAN (Gerrit van), geb. te Rotterdam 12 Febr. 1651, gest. aldaar 28 Aug. 1711, was bakker van beroep, daarnaast ook dichter en oudheidkundige. Hij gaf uit een Gelukzoeker over zee of Afrikaansche wegwijzer (Rotterdam 1691, 8o.; 2e dr. aldaar 1694, 8o.) en een Aziaansche wegwijzer (Rotterdam 1695, 8o.). Daarop volgde de Schermschool der stuurlieden of het leven van Louwtje van Zevenhuisen (Rotterdam 1700, 8o.) en de Gedenkwaardige geschiedenissen (Rotterdam 1701, 8o.). In de volgende jaren gaf hij uit de Wekelijksche marktdaagsche Rotterdamsche boere-kermis, verhalende losse gerugten, loopende tijdingen en ware geschiedenissen (Rotterdam 1703 en 1704, 4o.), een merkwaardig voorbeeld van wat men destijds tot de onderhoudende lectuur rekende. Als dichter deed hij zich kennen door Het nieuw Oost- Indisch huis, gebouwd in de Boomtjes tot Rotterdam (Rotterdam 1698, 4o.; 2e dr. aldaar 1711, 4o.). Een treurspel van zijn hand was de Opkomst der Oost- Indische Compagnie met de voornaamste landt en zeegevegten, verhandelt en vertoondt in Batavia voor den generaal en raaden van Indiën (Rotterdam 1711, 4o., 2e dr.). Maar van Spaan's meest bekende werk is zijn Beschrijvinge der stad Rotterdam en eenige omleggende dorpen, verdeeld in III boeken (Rotterdam 1698, 8o.; 2e dr. aldaar 1713, 8o.; 3e dr. aldaar 1738, 8o.). Het eerste boek bevat een korte geschiedenis van Holland tot aan de hervorming, het tweede een beschrijving der dorpen om Rotterdam enz. het derde een geschiedenis van den opkomst en de vergrooting van Rotterdam, met de beschrijving der voornaamste gebouwen. Hoewel het boek destijds blijkens de herdrukken werd gewaardeerd, heeft het thans weinig waarde meer.
Prent door J. Wandelaar.
Zie: De oudste kronieken en beschr. v. Rotterdam en Schieland uitg. d. Unger en Bezemer (Bronnen v.d. gesch. v. Rott. II). II; Rotterd. Jaarboekje III, 81 vlg.; Nijhoff, Bibl. van Noord- Ned. plaatsbeschr. 74 vlg.
Brugmans